Herrineringen 1914-1918

Alle onderwerpen met betrekking tot overige tijdvakken
Gebruikersavatar
Von Pratt
Lid
Berichten: 1169
Lid geworden op: 12 aug 2005, 16:09
Locatie: België
Contacteer:

Bericht door Von Pratt »

Goede vraag... In de delen dat ik nog online ga zette staat er niets meer over geschreven... Dus ik zou het echt niet wete wat er met die soldaat verder is gebeurd...
"War means tears to thousands of mothers eyes when their sons go to fight and lose their lives"
Voorheen bekend als "Brigadeführer Von Pratt" op dit forum.
Gebruikersavatar
King tiger
Lid
Berichten: 936
Lid geworden op: 20 aug 2006, 21:10
Contacteer:

Bericht door King tiger »

Laten we het beste hopen. Natuurlijk blijf ik trouw verder lezen :-)
Belgische militaria gezocht van 1935 - 1940

http://denbelgischepiot.jimdo.com/" onclick="window.open(this.href);return false;
Gebruikersavatar
Von Pratt
Lid
Berichten: 1169
Lid geworden op: 12 aug 2005, 16:09
Locatie: België
Contacteer:

Bericht door Von Pratt »

Zoals beloofd een volgend deel...

Eindoffensief ( 1ste fase )

Op 29 september 1918, na vier jaar frontbezetting, wordt de val van Diksmuide voorbereid door een zwaar artilleriebombardement.

Wij liggen de ganse dag in reserve tussen de batterijen die da stad beschieten.

Op 30 september wordt ze ingenomen door onze 4de Legerdivisie. Diezelfde dag wordt ook Moorslede, bij Langemark, door het 6de en 7de Linieregiment veroverd.

Gedurende deze eerste fase van het bevrijdingsoffensief worden ook Merkem, het bos van Houthulst ( op 28 september ) en de Vlaamse heuvelkom door andere eenheden van het Belgische Leger veroverd.

In het begin van oktober trekken we langs Zonnebeke naar Moorslede.

Ons regiment gedurende de 2de fase van het offensief

Op 14 oktober bevindt ons bataillon zich aldus te Moorslede, in een weide nabij de grote baan van Roeselare, niet ver van de Duitsers.

Terwijl onze officieren als het donker geworden is, de toestand bespreken, krijg ik met een makker opdracht met ledige veldflessen ergens, enkele honderden meters achter ons, de rollende veldkeuken af te wachten voor de koffie.
Een ganse nacht dwalen wij, onder hevig artilleriegeschut, rond tussen de obusputten in de weiden.

Wanneer wij eindelijk met de koffie klaar zijn, vernemen we dat, om 5 uur in de morgen van 15 oktober, een algemene aanval op de Duitse stellingen zal worden ingezet.

Om het uur “h”, klokslag 5 uur, dondert al onze zware artillerie er op los uit alle macht, daarin onmiddellijk nagevolgd door al ons veldgeschut.

Op bevel van onze oversten trekt onze infanterie op gans de lijn ten aanval en rukken wij vooruit over de hogervermelde, aan weerskanten met bomen beplante, grote baan.

Terwijl de bomen naast ons worden stukgeschoten, worden twee mijner makkers getroffen; de ene in de buik, de andere in zijn been. Ze trachten elkaar te helpen, daar wij geen ogenblik mogen vertoeven.

Wij breken door twee achtereenvolgende pinnendraadversperringen, die we met onze geweerkolven stukslaan, en rukken verderop, in open veld, onder het vijandelijke spervuur.

Kilometer na kilometer zonder verpozen – tenzij om even af te rekenen met een mitrailleurzennest – heroveren wij het door Duitsers bezette gebied.

Door het feit dat de eerste krijgsgevangenen en kanonnen in onze handen vallen – eerst afzonderlijke stukken, daarna ganse batterijen – , worden wij nog meer aangewakkerd in de strijd.

Een van de eerste Duitser die zich overgeven zegt mij veelbetekenend :
“Kapitalisten kaput, wir haben den Krieg nicht gewohlt.”

Het ontmoeten in open veld van de eerste, door ons bevrijdde landgenoten, een boerengezin met een koe, maakt ons overgelukkig.

In een schoollokaaltje van het gehucht “Den Aap” valt de ganse op een tafel uitgegoten voor de Duitse soldaten bestemde briefwisseling in onze handen.
In een klas staat de “Duitse les” nog met krijt op een bord te prijken, maar we moeten verder.

Tot onze grootste verrassing omhult ons op zekere ogenblik plotseling een dichte (waarschijnlijk kunstmatige) mist, die alle zicht belemmert, zodat wij ons in een uiterst gevaarlijke positie verkeren.

We voelen ons zeer opgelucht wanneer die mist weder opklaart, des te meer daar te vijand al de hoeven in onze omtrek duchtig is beginnen onder vuur te nemen.

Op zekere ogenblik zijn we verplicht een tijdje ter plaatse te stationneren, omdat een regiment, links van ons, met hevige weerstand af te rekenen heeft.

Sedert het begin van ons offensief deze morgen hebben wij, zoals ik reeds zegde, een merkelijk aantal kilometers in de benen, zodat onze artillerie en de munitieaanvoer ons niet regelmatig kunnen volgen.

Toch zetten wij, nu en dan afrekenend met mitrailleursnesten, onze aanval in de richting van Izeghem voort.

Alvorens die stad te bereiken moeten wij een Duitse tegenaanval afslaan, en een zwaar bombardement van Duitse mortieren doorstaan, waarbij ik te nauwernood aan de dood ontsnapte, daar een zware bom een grote krater in de steenweg slaat, terwijl ik in het grachtje ernaast plongeer.

De hoeve aan de overkant van de baan wordt in brand gestoken. Er zijn verscheidene gekwetsten die moedig worden bijgestaan door onze aalmoezenier, de Eerwaarde Heer De Neubourg van Boom die ons reeds vroeger bijstand verleende gedurende de Slag van de Ijzer.

Wordt Vervolgd...
"War means tears to thousands of mothers eyes when their sons go to fight and lose their lives"
Voorheen bekend als "Brigadeführer Von Pratt" op dit forum.
Gebruikersavatar
YPPY
Lid
Berichten: 2031
Lid geworden op: 24 okt 2002, 19:56
Contacteer:

Bericht door YPPY »

Leuk dat je alles hier post. :)
Voor lieve berichtjes, schattige dieren of wat anders leuks kun je altijd mailen.

*Weer alleen*
Gebruikersavatar
Von Pratt
Lid
Berichten: 1169
Lid geworden op: 12 aug 2005, 16:09
Locatie: België
Contacteer:

Bericht door Von Pratt »

....

’s Morgens op 16 oktober rukken wij langs de stationsoverweg, de stad Izeghem binnen. We vertoeven een wijl nabij het klooster der Paters, terwijl de bevolking, die nog grotendeels ter plaatse gebleven is, niet weet wat te doen om ons haar dankbaarheid te betonen en ons wat op te knappen.
Een der Paters staat me zelfs zijn kousen af.

In de namiddag trekken we verder op naar Ingelmunster, langsheen de vaart van Roeselaere naar de Leie. In Ingelmunster wordt onze Luitenant Van der Hoeven dodelijk getroffen.

In het kasteel vinden wij een grote hoeveelheid militaire stafkaarten van de streek, in het Duits gedrukt, zoveel, dat ieder van ons er een kan bemachtigen. Ik heb de mijne eens goed bekeken en daarna weggesmeten, evenals drie Duitse politiemutsen die ik in mijn ransel had.
De kasteelmeubelen bevinden zich in een door de Duitsers versterkte hoeve.

Op 17 en 18 oktober verovert onze Divisie, onder bevel van Generaal Biebuyck, Oostrosebeke.

Daar valt een uitgestrekte vijandelijke minutiestapelplaats van alle kaliber in onze handen. Terwijl we de wacht houden tussen deze minutie, wordt ze door de Duitsers beschoten, zodat er branden ontstaan, en bij iedere ontploffing de stukken schroot in alle richtingen vliegen.
In de onmiddelijke nabijheid van onze wachtpost bij het station treffen we ’s nachts, in de kelders der huizen, enkele burgersgezinnen aan die er gezamenlijk hun paternoster bidden.

Rond middernacht breekt een geweldig onweder los, en in de stromende regen dragen wij op een brancard, langsheen de spoorbaan, een in het hoofd geschoten brancardier – seminarist naar de eerstvolgende hulppost, om daarna naar onze wachtpost weer te keren.
Daar ik mijn deken over de gekwetste sukkelaar gelegd heb, ben ik het voorgoed kwijt.

Twee dagen later worden wij door de Fransen te Wiesbeke op de Leie afgelost, na herhaaldelijk door de Duitse artillerie te zijn beschoten.

In begin november 1918 worden wij in verdere troepenbewegingen betrokken.

Ik profiteer van een tijdelijk oponthoud van ons regiment ( op nieuwe orders wachtend ) om eens rond te kuieren in de omgeving.
Alles herrinert hier aan vroegere harde gevechten : tientallen niet ontplofte Duitse staalgranaten liggen op de grond, en in stukgeschoten en gedeeltelijk ingestorte loopgraven liggen of steken half bedolven de lijken van verscheidene Duitse soldaten, nog in volle uitrusting.

Voor wij terug in beweging komen, en in de richting van Thielt, zien wij voor de eerste maal de tanks onzer bondgenoten op het gevechtsterrein ( kleine Franse en zware Engelse tanks ).

Wij trekken door een groot verwoest bos, opgepropt met vijandelijke minutie.

Op 6 november lossen wij op het kanaal te Zomergem onze eerste Divisie af, en worden daar gedurende twee dagen met gasobussen beschoten.

Nog verscheidene malen, terwijl wij nieuw terrein veroveren, ondervinden wij hardnekkige weerstand.

Langs Lovendegem bereiken wij op 9 november de oever van het kanaal Gent – Terneuzen, nabij de stad Gent.

Op de vooravond van de Wapenstilstand

Op 10 november doet, rond de middag, het ongelooflijke nieuws de ronde dat onderhandelingen over een wapenstilstand met de Duitsers aan de gang zijn, en dat de Belgische minister Van der Velde, te Gent zou toegekomen zijn vanuit Brussel.

We jubelen hoopvol in ons popelend hartje, en zijn niet van onze officieren weg te slaan om over het goede nieuws wat meer te vernemen.

In mijn feestroes heb ik in de kelder van een ledig huis zelfs een afgestroopt konijntje gevonden, dat ik met een keukeajuin lekker heb klaargemaakt en opgesmuld met mijn makkers.
Op een keukenajuin komt het nu toch niet aan, daar de keukenpieten ons dikwijls genoeg bedrogen hebben in onze bevoorrading.

Als de avond valt zien wij, van achter de vaart, dat er in de stad geen rekening meer gehouden wordt met de “black out”, en dat er op verschillende plaatsen lichten branden. We aanzien dit als een goed voorteken, en besluiten gedrieën ( twee Waalse vrijwilligers uit Namen en ik ), na de schildwacht aan de overkant bepraat te hebben, een planken brugje over te steken om eens in de stad te gaan kijken.
En wat zien we…? Op korte tijd worden de lichten in de cafés aangestoken en is gans de bevolking te been.

De vreugde is zo algemeen dat iedereen ons een pintje wilt betalen, of ons tracht mee te lokken in zijn huiskring.
Oppassen is zeker de boodschap, daar zich waarschijnlijk, nog Duitsers in de stad moeten bevinden.

Voor een herenhuis op de Kouter of Markt betoogt een samengestroomde menigte, en uit tegen de bewoners de vijandelijke kreten van “Collaborateurs” of “Aktivisten”, en tracht daarna haar vernielzucht bot te vieren door de ruiten uit te gooien, de deuren in te stampen, de meubelen buiten te sleuren en in brand te steken.
Men wil ons zelfs “in naam van het Belgische Leger” in de herrie betrekken, doch we verder gaan en we laten de afrekening voor “wangedrag en incivisme” over aan de burgers.

Rond middernacht keer ik, gans alleen, langs dezelfde weg en over dezelfde vaartpasserelle, terug naar onze compagnie, waar ik ons wedervaren vertel aan de kameraden.

Ik verneem daar dat we ’s anderendaags om elf uur in de morgen met ons regiment de stad zullen binnentrekken, na capitulatie van de Duitsers.

Wordt Vervolgd (slot)...
"War means tears to thousands of mothers eyes when their sons go to fight and lose their lives"
Voorheen bekend als "Brigadeführer Von Pratt" op dit forum.
Gebruikersavatar
Von Pratt
Lid
Berichten: 1169
Lid geworden op: 12 aug 2005, 16:09
Locatie: België
Contacteer:

Bericht door Von Pratt »

(Slot)


Wapenstilstand op 11 november 1918 te Gent

Onze 2de Legerafdeling trekt op 11 November 1918, op de mars der militaire muziek, de stad Gent binnen.

Aan mijn geweer hangt een mandje met een koppel trancheeduiven, waarmede ik veel bijval oogst.

Na onze doortocht in de stad trekken wij naar het klooster van St. Amandsberg om er uit te rusten en te overnachten.

Op 13 November neemt de Koninklijke Familie, te paard, op de Kouter ons in ogenschouw rond elf uur in de voormiddag.

Van Gent naar Antwerpen

Uit Gent vertrekken wij naar Lokeren, hebben daar een namiddag vrijaf en overnachten er met ons regiment, zodat ik niet aan de verleiding kan weerstaan eens tot in Antwerpen te geraken, en als het moeilijk is ook tot Boom, mijn woonplaats en geboortedorp.

Wanneer ik, na het oversteken van de Schelde, langs een geïmproviseerde botenbrug aan het Steen toekom, word ik op de kade door nieuwsgierige kijkers omringd, die mij alle mogelijke vragen stellen en mij volgen als een bijenzwerm.

Ik verneem dat de buurttrein naar Boom nog rijdt, en dat hij om 4 uur in de namiddag vertrekt. Er blijft me dus niets anders over dan tot 4 uur te wachten.

Zo geraak ik die dag als enige Belgische soldaat in de stoomtram, en dit tot mijn geboortedorp (naar het schijnt zaten er ook nog twee Duitse soldaten in de tram).

Mij grootste bekommernis is nu zodra mogelijk mijn ouders, broers en zusters weer te zien. Goddank stellen allen het nog tamelijk wel.

Het nieuws van mijn thuiskomst doet als een vuurtje de ronde, want in een oogwenk is ons huis gevuld met vrienden en kenissen, die mij komen feliciteren, bewonderen en vragen stellen.

Na een gezellige avond en nacht thuis te hebben doorgebracht, vertrek ik ’s morgens heel vroeg terug naar Lokeren, met de velo van een onderpastoor, om mijn eenheid terug te vervoegen.

Dezelfde dag komen wij, langs het Vlaams Hoofd, te Antwerpen toe. Een massa volk is in de stad tussen de noodbrug en het Steen samengestroomd om haar garnizoenregiment te verwelkomen, en naar het lot van soldaten – familieleden te informeren.

Wij defileren door de stad, begeleid door militaire muziek, ten aanschouwen van de dankbare jubelende menigte, en vooral van de vrouwelijke jeugd.

Terug naar de Frontstreek

Mijn geluk is echter maar van korten duur, want slechts enkele dagen later word ik met twee andere jongens van mijn regiment, terug naar De Panne gestuurd, om ons aan te geven bij het Engelse Leger als taalman.
Als we ginder rond middernacht de derde dag aankomen, na de ganse reis te voet te hebben gedaan, geladen als muilezels, vinden we als enig verblijf in de duinen een verlaten paardenstal. Wij zijn doodmoe, hongerig en stikken van de dorst en slapen op de grond.

S’ Anderendaags vernemen we dat het Engelse Leger ons niet meer nodig heeft, zodat we de reis naar Antwerpen opnieuw te voet kunnen afleggen.

Vertrek uit Antwerpen

Als de feestroes en de geestdrift van de bevolking na de eerste dagen wat geluwd is, blijft de noodbrug te Antwerpen aan het Steen nog dagenlang het middenpunt van aller belangstelling, vooral van de terugkerende vluchtelingen.
Terwijl ons regiment naar Duitsland trekt, wordt ik ingelijfd bij het hoofdkwartier van het Belgische Leger om te Mechelen de Duitse krijgsgevangenen en het buitgemaakte oorlogsmateriaal te bewaken.

Ik ben van de jongst opgeroepen klas van 1912, en zal nog verscheidene maanden “kloppen” alvorens af te zwaaien, omdat de “primes” en de oudere klassen voorgaan.

De laatste dag van mijn Legerdienst in september 1919 moet ik definitief mijn legermateriaal inleveren in het Legerdepot van St. Bernard te Hemiksem.

Alles is afgelopen…


Hiermee zijn mijn “mémoires” als familiedocument, geschreven ter gelegenheid van de 50ste verjaring van de Wapenstilstand, ten einde.

-------------------------------

De oorlogsjaren 1914 – 1918 hebben tussen ons, oudstrijders; een broederband gesmeed.
In ons blijft nog steeds die kameraadschap voortleven, als het schoonste wat wij in die tijd hebben bewaard.

Moge eens de dag komen dat ook alle volkeren in vrede leven.

De Schrijver,

Edmond Segers
Oud–strijder 1914 - 1918


Dit is het einde van de memoires van mijn overgrootoom...
Ik hoop dat iedereen die het verhaal gelezen heeft, er evenveel van heeft genoten als ik...

Von Pratt
derbier
Lid
Berichten: 68
Lid geworden op: 29 jun 2005, 13:58

Bericht door derbier »

Ik heb met veel plezier alle delen gelezen!
Erg mooi als je zoiets in je bezit hebt.
Gebruikersavatar
Von Pratt
Lid
Berichten: 1169
Lid geworden op: 12 aug 2005, 16:09
Locatie: België
Contacteer:

Bericht door Von Pratt »

Mijn grootvader zei me overlaatst dat er een uitgebreidere versie van het verhaal van mijn overgrootoom bestaat...
Als ik dit in mijn bezit heb laat ik hier natuurlijk direct iets weten.. :wink:
"War means tears to thousands of mothers eyes when their sons go to fight and lose their lives"
Voorheen bekend als "Brigadeführer Von Pratt" op dit forum.
Gebruikersavatar
O'Neal
Lid
Berichten: 611
Lid geworden op: 11 aug 2005, 23:05
Locatie: België
Contacteer:

Bericht door O'Neal »

Zeker doen!
Ik heb de deze al een aantal keer helemaal gelezen en ik ben benieuwd naar de uitgebreide versie :lol:

Mss kan je me die in avant première laten zien/lezen, Von Pratt :wink:

O'Neal
Where life had no value, death, sometimes, had it's price.
That is why the bounty hunters appeared.
http://www.ressurektjon.be.tt
belgablair
Lid
Berichten: 138
Lid geworden op: 20 mar 2006, 18:26
Locatie: belgië

Bericht door belgablair »

bedankt voor dit te posten!
And I'll bet that all the Jerries wish that Hitler had never been born
For he was the cause of their feeling the might of the "tough nuts" of the "Golden Acorn"
- S/SGT James L. McClendon 335th FA Bn 87th INF. DIV.
Plaats reactie