door Zhukov » 11 sep 2005, 21:57
Veel info, alleen wel engels, ik hoop dat je het snapt
Nederlandse uitleg over planeconomie
Kolchozen
Sovchozen
In het kort;
De economie van de Sovjet Unie was een
planeconomie. Dat wil zeggen dat de economie door de staat wordt geregeld in plaats door bedrijven. De overheid bepaalde dus
wat en
hoeveel de bedrijven produceerden. Lenin (de leider van de Communisten) bedacht de Nieuwe Economische Politiek (NEP), die ervoor moest zorgen dat de arme arbeiders en boeren meer kansen kregen.
Toen de Communisten in Rusland aan de macht kwamen was er in het land vrijwel geen industrie, de meeste mensen waren boeren. De Communisten vonden dat hierin verandering moest komen, omdat Rusland (of beter de Sovjet Unie) achter liep in vergelijking met het Westen (Duitsland, Frankrijk, Engeland, Amerika). Daarom werden er veel bedrijven opgericht door de staat, die in dienst van de staat werkten (
Staatsbedrijven). De echte baas in een fabriek was dus de regering, en niet de directeur.
De landbouw (de grootste sector in de Sovjet Unie) was vlak na de Communistische Revolutie vooral in handen van rijke boeren, die arme boeren voor weinig geld op hun land lieten werken. De Communisten vonden dit niet eerlijk en probeerden de verschillen tussen de arme en de rijke boeren gelijk te krijgen. Dit gebeurde door middel van
Collectivisatie van de Landbouw. Dit houdt in dat er samenwerkingsverbanden tussen boeren (collectief = gezamelijk) werden opgericht waarin alle boeren aan elkaar gelijk waren. De nieuwe boerenbedrijven heetten
Kolchozen en
Sovchozen. Bij Kolchozen waren verschillende boeren met elkaar de baas over het land dat ze bewerkten, de opbrengst konden ze met elkaar verdelen. Bij Sovchozen werkten de boeren in dienst van de overheid, ze kregen een vast loon betaald, maar de opbrengst ging helemaal naar de staat. Eigenlijk zijn Kolchozen en Sovchozen staatsbedrijven, maar dan voor boeren. De Kolchozen en Sovchozen kregen van de regering extra mogelijkheden om te groeien, terwijl de oude rijke boeren meer belasting moesten betalen en weinig steun kregen. Zo probeerden de Communisten alle boeren over te halen om in collectieve boerderijen te gaan werken.
Toen Lenin in 1924 overleed kwam Stalin in de Sovjet Unie aan de macht. Stalin vond dat de collectivisatie van de landbouw en de groei van de industrie niet snel genoeg ging. Stalin voerde daarom
vijfjarenplannen in, waarin precies stond vermeldt hoeveel nieuwe Kolchozen en Sovchozen er opgericht moesten worden en hoeveel nieuwe industrie er moest worden gebouwd. Stalin wilde echter teveel tegelijkertijd. Boeren werden gedwongen om in Kolchozen of Sovchozen te werken, of ze dit nu wilden of niet. Het resultaat van de vijfjarenplannen was dat de economie van de Sovjet Unie enorm groeide, maar ook dat de handelsgeest bij de mensen verdween.
[url=http://en.wikipedia.org/wiki/Economy_of_the_Soviet_Union]Veel info, alleen wel engels, ik hoop dat je het snapt[/url]
[url=http://nl.wikipedia.org/wiki/Planeconomie]Nederlandse uitleg over planeconomie[/url]
[url=http://nl.wikipedia.org/wiki/Kolchoz]Kolchozen[/url]
[url=http://nl.wikipedia.org/wiki/Sovchoz]Sovchozen[/url]
In het kort;
De economie van de Sovjet Unie was een [b]planeconomie[/b]. Dat wil zeggen dat de economie door de staat wordt geregeld in plaats door bedrijven. De overheid bepaalde dus [b]wat[/b] en [b]hoeveel[/b] de bedrijven produceerden. Lenin (de leider van de Communisten) bedacht de Nieuwe Economische Politiek (NEP), die ervoor moest zorgen dat de arme arbeiders en boeren meer kansen kregen.
Toen de Communisten in Rusland aan de macht kwamen was er in het land vrijwel geen industrie, de meeste mensen waren boeren. De Communisten vonden dat hierin verandering moest komen, omdat Rusland (of beter de Sovjet Unie) achter liep in vergelijking met het Westen (Duitsland, Frankrijk, Engeland, Amerika). Daarom werden er veel bedrijven opgericht door de staat, die in dienst van de staat werkten ([b]Staatsbedrijven[/b]). De echte baas in een fabriek was dus de regering, en niet de directeur.
De landbouw (de grootste sector in de Sovjet Unie) was vlak na de Communistische Revolutie vooral in handen van rijke boeren, die arme boeren voor weinig geld op hun land lieten werken. De Communisten vonden dit niet eerlijk en probeerden de verschillen tussen de arme en de rijke boeren gelijk te krijgen. Dit gebeurde door middel van [b]Collectivisatie van de Landbouw[/b]. Dit houdt in dat er samenwerkingsverbanden tussen boeren (collectief = gezamelijk) werden opgericht waarin alle boeren aan elkaar gelijk waren. De nieuwe boerenbedrijven heetten [b]Kolchozen [/b]en [b]Sovchozen[/b]. Bij Kolchozen waren verschillende boeren met elkaar de baas over het land dat ze bewerkten, de opbrengst konden ze met elkaar verdelen. Bij Sovchozen werkten de boeren in dienst van de overheid, ze kregen een vast loon betaald, maar de opbrengst ging helemaal naar de staat. Eigenlijk zijn Kolchozen en Sovchozen staatsbedrijven, maar dan voor boeren. De Kolchozen en Sovchozen kregen van de regering extra mogelijkheden om te groeien, terwijl de oude rijke boeren meer belasting moesten betalen en weinig steun kregen. Zo probeerden de Communisten alle boeren over te halen om in collectieve boerderijen te gaan werken.
Toen Lenin in 1924 overleed kwam Stalin in de Sovjet Unie aan de macht. Stalin vond dat de collectivisatie van de landbouw en de groei van de industrie niet snel genoeg ging. Stalin voerde daarom [b]vijfjarenplannen [/b]in, waarin precies stond vermeldt hoeveel nieuwe Kolchozen en Sovchozen er opgericht moesten worden en hoeveel nieuwe industrie er moest worden gebouwd. Stalin wilde echter teveel tegelijkertijd. Boeren werden gedwongen om in Kolchozen of Sovchozen te werken, of ze dit nu wilden of niet. Het resultaat van de vijfjarenplannen was dat de economie van de Sovjet Unie enorm groeide, maar ook dat de handelsgeest bij de mensen verdween.