door Zhukov » 22 nov 2004, 20:09
De Bolsheviki zijn net als de Mensheviki ontstaan uit dezelfde partij, de Russische Sociaal-Democratische Arbeiders Partij. Deze partij was opgericht door Revolutionairen die samen de illegale krant Iskra (de Vonk) uitgaven. In deze krant schreven vooraanstaande Revolutionairen als Lenin en Plechanov over hun visie op Rusland en het Proletariaat.
Tijdens het 2e Partijcongres van de RSDAP in Brussel (1903) werd het Partijprogramma vastgesteld. De Iskra-groep was het over veel dingen eens, maar op het punt lidmaatschap van de partij liepen de meningen behoorlijk uiteen. Lenin vond dat alleen actief participerende Communisten lid mochten worden. Hij wilde geen massa meelopers als lid. Anderen zoals Martov en Trotsky vonden dat iedereen lid mocht worden, zolang je de Communistische Zaak maar een warm hart toedroeg.
Tijdens de zitting van het congres waar het besluit tot splitsing van de RSDAP werd genomen waren de aanhangers van Lenin toevallig in de meerderheid (bolshinstvo in het Russisch) en de aanhangers van Martov in de minderheid (menshinstvo in het Russisch). Daarom besloten beide partijen zich Bolsheviki (de meerderheid) en Mensheviki (de minderheid) te noemen. Dit staat overigens weer compleet los van de werkelijke verdeeldheid van voor en tegenstanders van Lenin binnen de RSDAP, slechts op die zitting waren Lenin en aanhangers in de meerderheid.
Er zijn nu dus twee partijen, de Bolsheviki onder leiding van Lenin en de Mensheviki onder leiding van Martov, Plechanov en Akselrod. Aleksandr Kerensky op zijn beurt was lid van de Sociaal-Revolutionaire Partij, een derde linkse partij die echter gematigder waren dan de Communistische Bolsheviki en Mensheviki.
Het waren de Sociaal-Revolutionairen die na de Februari-Revolutie de macht hadden. Kerensky werd benoemd tot minister van Justitie, later minister van Oorlog en uiteindelijk werd hij staatshoofd. Hij was echter niet in staat (of van plan) om de Eerste Wereldoorlog te stoppen. De Communisten protesteerden tegen Kerensky, die ondertussen met zijn kabinet intrek in het Winterpaleis had genomen en volgens de Communisten de Arbeiders de rug had toegekeerd.
Het werd voor Kerensky een onhoudbare situatie. De Bolsheviki hadden de macht over de meeste Sovjets (kleine raden die de arbeiders hadden opgericht) en zodoende over de massa. Kerensky's Sociaal-Revolutionairen hadden de macht over de Staatsdoema, dus de kleine politieke elite. Tijdens de grote Oktober-Revolutie bestormden de Bolsheviki het Winterpaleis, maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht werden de leden van het Socialistische kabinet bestormd en niet de Tsaar en zijn familie. Na de Oktober-Revolutie waren de Communisten (Bolsheviki) aan de macht.
De Bolsheviki zijn net als de Mensheviki ontstaan uit dezelfde partij, de Russische Sociaal-Democratische Arbeiders Partij. Deze partij was opgericht door Revolutionairen die samen de illegale krant Iskra (de Vonk) uitgaven. In deze krant schreven vooraanstaande Revolutionairen als Lenin en Plechanov over hun visie op Rusland en het Proletariaat.
Tijdens het 2e Partijcongres van de RSDAP in Brussel (1903) werd het Partijprogramma vastgesteld. De Iskra-groep was het over veel dingen eens, maar op het punt lidmaatschap van de partij liepen de meningen behoorlijk uiteen. Lenin vond dat alleen actief participerende Communisten lid mochten worden. Hij wilde geen massa meelopers als lid. Anderen zoals Martov en Trotsky vonden dat iedereen lid mocht worden, zolang je de Communistische Zaak maar een warm hart toedroeg.
Tijdens de zitting van het congres waar het besluit tot splitsing van de RSDAP werd genomen waren de aanhangers van Lenin toevallig in de meerderheid (bolshinstvo in het Russisch) en de aanhangers van Martov in de minderheid (menshinstvo in het Russisch). Daarom besloten beide partijen zich Bolsheviki (de meerderheid) en Mensheviki (de minderheid) te noemen. Dit staat overigens weer compleet los van de werkelijke verdeeldheid van voor en tegenstanders van Lenin binnen de RSDAP, slechts op die zitting waren Lenin en aanhangers in de meerderheid.
Er zijn nu dus twee partijen, de Bolsheviki onder leiding van Lenin en de Mensheviki onder leiding van Martov, Plechanov en Akselrod. Aleksandr Kerensky op zijn beurt was lid van de Sociaal-Revolutionaire Partij, een derde linkse partij die echter gematigder waren dan de Communistische Bolsheviki en Mensheviki.
Het waren de Sociaal-Revolutionairen die na de Februari-Revolutie de macht hadden. Kerensky werd benoemd tot minister van Justitie, later minister van Oorlog en uiteindelijk werd hij staatshoofd. Hij was echter niet in staat (of van plan) om de Eerste Wereldoorlog te stoppen. De Communisten protesteerden tegen Kerensky, die ondertussen met zijn kabinet intrek in het Winterpaleis had genomen en volgens de Communisten de Arbeiders de rug had toegekeerd.
Het werd voor Kerensky een onhoudbare situatie. De Bolsheviki hadden de macht over de meeste Sovjets (kleine raden die de arbeiders hadden opgericht) en zodoende over de massa. Kerensky's Sociaal-Revolutionairen hadden de macht over de Staatsdoema, dus de kleine politieke elite. Tijdens de grote Oktober-Revolutie bestormden de Bolsheviki het Winterpaleis, maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht werden de leden van het Socialistische kabinet bestormd en niet de Tsaar en zijn familie. Na de Oktober-Revolutie waren de Communisten (Bolsheviki) aan de macht.