Over het algemeen, is een autoritaire houding ten opzichte van de medemens het gemeenschappelijke kenmerk.
Wie er eens op door wil lezen, beveel ik het boek "Angst voor vrijheid" van Erich Fromm van harte aan.
Als ik naar de situatie in Nederland en België kijk, dan wil ik in het interbellum vooral wijzen op de verzuiling.
Katholieken, Protestanten, Socialisten hadden hun eigen verenigingen.
Kenmerkend waren vooral de gegoede burgerij met hun Liberale dan wel Christelijk conservatieve gedachtengoed.
De bank- en fabrieksderecteuren converseerden met de burgemeester en de pastoor of dominee, onder het genot van een goed glas wijn en een sigaar.
De arbeidersbevolking had weinig perspectief. Een huisje huren, werken en kinderen grootbrengen, bezit was immers voor de rijken.
Die mentaliteit is nog kenmerkend voor Nederland, gezien het grote aantal huurhuizen! (Kapitaalvernietiging!)
Wie als arbeider daar boven uit wilde krabbelen, moest hard werken, of een hoop lef hebben. Niet iedereen is dat gegeven.
Begin maar eens een zaak voor je eigen.
Verder zit niet iedereen te wachten op de zoveelste variatie op een thema. De concurrentie is groot.
Daarom is het te begrijpen, dat mensen ook wel genegen zijn om iets collectief aan te pakken.
Er zijn liberale, maar ook socialistische experimenten geweest om een woon-werk experiment uit te voeren. Al in de 19e eeuw waren er verlichte fabrieksdirecteuren, die arbeiders goed behandelden, volgens de opvatting dat een gezonde werkmens ook beter presteert.
Verlichting moest er komen in de fabriek, dat was beter voor de ogen!
Maar tegelijk kon er ook in 3 ploegen gewerkt worden.
Wie zich verzette tegen deze praktijken, kon alsnog de straat op.
Uiteindelijk is het toch een kwestie van dat mensen toch weer tegen elkaar opgezet konden worden. De Kerk functioneerde als middel om de mensen een arbeidsmoraal aan te praten.
"In het zweet uws aanschijns, zult gij uw dagelijks brood verdienen."
Voor de katholieken was de emancipatie zo belangrijk, dat ze protestantser werden dan de protestanten zelf..
Het Rijke Roomsche leven deed zijn intrede.
Alles gericht op het collectieve, het massale.
Individualiteit was ondergeschikt aan het collectief.
Het communisme werd gezien als een werktuig van de duivel, omdat arbeiders het heft zelf in handen genomen hadden, en ook nog eens de adel en de geestelijkheid aan de kant geschoven hadden.
Het fascisme (Mussolini) had het inmiddels met de Paus op een akkoordje gegooid over de Kerkelijke Staat, wat in katholieke kringen als positief werd ervaren. Dat legde het fundament voor een tamelijk autoritaire stroming in katholieke kringen. Het corporatisme deed zijn intrede, omdat "Rerum Novarum" de arbeiders oplegde om sociale geschillen door middel van praten op te lossen, in tegenstelling tot de "klassenstrijd" zoals die door de communisten gepredikt werd.
Al met al een behoorlijke voedingsbodem voor autoritaire opvattingen.
Daarbij kwam nog, dat het onderwijs niet al te best was, kranten waren een uitzondering, en de algemene ontwikkeling dus erg laag.
In zo'n omgeving spreekt een autoritaire aanpak veel mensen aan, omdat ze voor zichzelf weinig toekomst op eigen houtje zien.
Hetzelfde zie je tegenwoordig met gesjeesde VMBO leerlingen, die als hangjongeren door rechts extremistische clubjes met succes aangesproken worden.
Men weet van toeten noch blazen, maar fikkie stoken op een school da's pas lachu man!
Kortom.. De angst om toch maar vooral niet alleen te staan.
Voel je goed in een groep.
Vroeger kon je nog eens in dienst als je daar behoefte aan had.
Tegenwoordig is dat bijna uitgesloten.
Wie wil zich met zijn volle verstand verrot laten schieten in Irak?
De jeugd heeft dus weinig keuzes.
Daarom een hang naar rechts.
Enfin... Vertel het maar
