Er is een B-17 ''flying fortress'' 500m Van mijn huis neer gestort maar gelukkig was de bemanning ontsnapt en onder gebracht in een boerderij. Maar een Lancaster ( een engelse bommenwerper) overleed 4 bemmanings leden : Bruce MacPherson , Eric Brington , Chris Christianson and Thomas Spencer. Ook landde in een bos hier niet ver vandaan (''Het para bosje'') ongeveer 15 a 18 parachutisten. Ze vermoedde dat een NSBer hun had gezien en dus klopte ze bij hem aan en schoten hem dood. De paras hadden zich gevestig rond een schuur. Die dag daarna ging de broer van de overleden NSBer een grafkist ophalen, toen hij opeens soldaten rond een schuur zag lopen waarschuwde hij meteen de duitse soldaten die vervolgens geen moment wachten en ernaartoe gingen. De duitser staken de schuur in vuur en 6 paras kwamen daar aan het eind van hun leven . De rest kon ontsnappen . Verder is er ook nog een vliegveld hier ooit geweest. Er is ooit een vliegtuig proberen op te stijgen maar de boorde zich de grond in ( kwam door de zachtte grond) en er is er 1 proberen te landen en die overkwam hetzelfde . En dan Villa Nijenhof die brengt ons een slechte naam
Als ik meer weet dan zeg ik het wel dus dit was het voor evenVilla Nijenhof, het Scholtenhuis van Norg
Dick Heuvelman
Villa Nijenhof in de bossen bij Norg. Het huis werd in de oorlog gebruikt als martelplaats.(c) Foto: Marcel Jurian de Jong
norg/groningen - De Tweede Wereldoorlog is inmiddels 60 jaar geschiedenis. De generaties die hem bewust hebben meegemaakt zijn aan het uitsterven. Maar wat zijn de sporen die achterbleven? Jeroen Wielaert, journalist van na de oorlog (1956) en radiomaker voor onder meer Radio 1, zocht er een aantal op en heeft zijn fascinerende ervaringen afgedrukt in het boek Oorlogspad - de bezetting voorbij. Een van zijn sporen leidde naar Norg, naar Villa Nijenhof. Tijdens de laatste maanden van de oorlog een soort Scholtenhuis van Noord-Drenthe.
Over de oorlog zijn we nog lang niet uitgesproken en uitgeschreven, profeteert Wielaert. "Zeker, er is al heel veel over gezegd en geschreven, maar ook nog heel veel niet." Hij is veel bij het pad, door heel Nederland, en tuk op oorlogsverhalen."Ik mag dan wel van na de oorlog zijn, het houdt me wel buitengewoon bezig. Het zal ook niet bij dit ene boek blijven, deel twee van Oorlogspad is op komst."
In deel een is een van de hoofdstukken gewijd aan Norg en directe omgeving. Zoals Peest, waar talrijke Drenten hebben meegewerkt aan de aanleg van een vliegveld voor de Duitsers. De zompige ondergrond voorkwam echter dat het vliegveld, in de volksmond Hitlerring geheten, ooit heeft gefunctioneerd. De Hitlerring is er nog steeds, als kunstmatig oorlogswaterwerk.
Wielaert kwam ook uit op de Langeloërweg, in Villa Nijenhof om precies te zijn. Daar wonen tegenwoordig wat wel wordt genoemd import-Drenten, afkomstig uit Noord-Holland. Toen Wielaert bij hen aanklopte en de historie van hun fraaie, inmiddels grondig verbouwde woning vertelde, waren ze stomverbaasd.
Er speelden zich in de finale van de oorlog tal van gruwelijke taferelen af, het was het Scholtenhuis (het beruchte SD-huis aan de Groninger Grote Markt) van Norg. Ook hier werden mensen mishandeld en gemarteld, zij het niet door de Duitse bezetters maar door Nederlandse Landwachters. Zij zijn bekend geworden als de Norger Bloedploeg.
De 'grote' mannen van die bloedploeg heetten Geert Sanner, een Amsterdamse beton- en grondwerker en zijn kompaan/beul Piet Burgman. Zij waren op Dolle Dinsdag, 5 september 1944, op de vlucht geslagen voor de bevrijders die vanuit het zuiden oprukten. Uiteindelijk kwamen ze in Norg terecht, waar ze eerst enkele zomerhuisjes confisqueerden. Later namen ze ook bezit van Villa Nijenhof, waar ze hun martelpraktijken er op na hielden. Onderdompeling in de badkuip was een van hun 'lievelingsmethoden'.
Een van hun slachtoffers was Emo Paapst uit Veenhuizen, die later in Neuengamme zou sterven. Op 13 april 1945, toen de Canadezen Norg veroverden, viel uiteraard ook het 'ploertenhuis' Nijenhof. Burgman werd nog dezelfde dag gearresteerd, Sanner ontsnapte maar kon na de oorlog alsnog worden opgepakt in Rotterdam. Hoewel hij een valse naam opgaf, baatte hem dat niet. Want eenmaal in gevangenis van Veenhuizen, werd Sanner alsnog herkend. Hij werd in 1947 terechtgesteld.
De oorlogsgruwelen in Villa Nijenhof maakten het huis voor de Norgers besmet. Ze wilden er voor geen goud wonen. Wielaert: "De huidige bewoners hebben er geen last van, die wisten van niets. Totdat ik ze dus een en ander heb verteld. Maar ze prakkiseren er niet over er weg te gaan. De vrouw des huizes is nog altijd blij met het huis. Voor haar is een huis in oorsprong toch maar een stapeling van stenen. Dat huis kan er niets aan doen dat het daar stond, zei ze."
Bron: Dagblad van het Noorden