wetenschapsvragen deel 7

[okke]

wetenschapsvragen deel 7

Een aantal vragen uit de Nationale Wetenschapsquiz van de voorgaande jaren. Ga niet naar de vragen zelf op zoek op internet, maar je mag desnoods wel op de onderwerpen zoeken. Zolang het maar niet de directe vragen van de Nationale Wetenschapsquiz betreft.

1. De Nationale Wetenschapsquiz leverde vorig jaar zes finalisten op. De notaris begon met het trekken van de derde prijs. Volgens een krant zou het eerlijker geweest zijn om bij de trekking met de eerste prijs te beginnen. Klopt dit?
A. Ja , de notaris had met de eerste prijs moeten beginnen.
B. Nee, beginnen met de derde prijs is de enige eerlijke oplossing.
C. Het maakt geen verschil, in beide gevallen is de kans op de eerste prijs even groot.


2. Als je aanneemt dat bij de geboorte van een kind de kans op een jongen of een meisje voor elk vijftig procent is, hoe groot is dan de kans dat een echtpaar met vier kinderen twee jongens en twee meisjes heeft?

A. 1/2.
B. 1/4.
C. 3/8.


3. U hebt in een quiz 1000 gulden gewonnen. U mag het geld mee naar huis nemen of inzetten in het bekende kop-of-munt-spel. Bij kop wordt het bedrag verdubbeld. Bij munt krijgt u maar de helft. Wat is de juiste statistische redenering?

A. Een gokje kan best want de winstverwachting gaat er op vooruit.
B. Het is een zuivere gok want de winstverwachting blijft gelijk.
C. Zo’n gok is niet slim want de winstverwachting gaat er op achteruit.


4. De volle maan lijkt aan de horizon groter dan wanneer hij hoog in de lucht staat. Hoe kun je deze illusie terstond opheffen?

A. Door met één oog naar de maan te kijken.
B. Door te bukken en tussen je benen door naar de maan te kijken.
C. Door met een verrekijker naar de maan te kijken.


5. Je kookt groene groente. Welke kookwijze geeft het gezondste resultaat?

A. Opzetten in een gesloten pan met weinig koud water.
B. Opzetten in een half open pan met ruim koud water.
C. Opzetten in een open pan met ruim kokend water.

[Martijn]

Weer een poging...maar meer hoop dan de vorige keer...

Mocht ik er een aantal goed hebben volgt de redenatie

A A C C A

[okke]

Martijn, je hebt er geen goed, dus hoef je geen redenatie te geven...

[YPPY]

Weer een poging.

1 b
2 b
3 a
4 a
5 c

[okke]

Je hebt er een of meer goed, YPPY. Kan je de redenatie voor je antwoordkeuzen geven?

[YPPY]

Ik zal het proberen okke.

1. De Nationale Wetenschapsquiz leverde vorig jaar zes finalisten op. De notaris begon met het trekken van de derde prijs. Volgens een krant zou het eerlijker geweest zijn om bij de trekking met de eerste prijs te beginnen. Klopt dit?
B. Nee, beginnen met de derde prijs is de enige eerlijke oplossing.

Dit is een gok, kansbereking heb ik nooit gehad op de havo, zat niet in wiskundeB

2. Als je aanneemt dat bij de geboorte van een kind de kans op een jongen of een meisje voor elk vijftig procent is, hoe groot is dan de kans dat een echtpaar met vier kinderen twee jongens en twee meisjes heeft?
B. 1/4.

Met biologie heb ik geleerd hoe je kunt bereken welke kleur ogen iemand kan krijgen. Nu heb ik weer zo’n tabelletje gemaakt en ik kwam dan uit een ¼ kans.

3. U hebt in een quiz 1000 gulden gewonnen. U mag het geld mee naar huis nemen of inzetten in het bekende kop-of-munt-spel. Bij kop wordt het bedrag verdubbeld. Bij munt krijgt u maar de helft. Wat is de juiste statistische redenering?
A. Een gokje kan best want de winstverwachting gaat er op vooruit.

Je gaat naar huis met: A 2000 gulden of C 500 gulden. B vond ik een raar antwoord. Omdat je met niks komt, heb je sowieso winst. 2000 gulden is dan meer winst dan 500 gulden.


4. De volle maan lijkt aan de horizon groter dan wanneer hij hoog in de lucht staat. Hoe kun je deze illusie terstond opheffen?
A. Door met één oog naar de maan te kijken.

Antwoord B leek nog nogal onzinnig en door een verrekijker zie je alles wel beter, maar in dezelfde verhoudingen. Dit was dus afstrepen.

5. Je kookt groene groente. Welke kookwijze geeft het gezondste resultaat?
C. Opzetten in een open pan met ruim kokend water.

Als het water kookt, dan gaat het verdampen. Er is dan dus minder water. Vitamines verdampen niet. Je hoeft minder water af te gieten, waardoor de kans groter is dat er vitamines bij de groentes achterblijven.

[Martijn]

Martijn, je hebt er geen goed, dus hoef je geen redenatie te geven...

grrrr zo'n test is slecht voor je ego... haha

[Proos]

C A C C A

Gelieve de C's niet als een K uit te spreken in dit geval.

[okke]

Proos, je hetb er een of meer goed. Gelieve een redenatie voor je keuzen.

[Willem ter Haar]

wetenschapsvragen deel 7

1. De Nationale Wetenschapsquiz leverde vorig jaar zes finalisten op. De notaris begon met het trekken van de derde prijs. Volgens een krant zou het eerlijker geweest zijn om bij de trekking met de eerste prijs te beginnen. Klopt dit?
A. Ja , de notaris had met de eerste prijs moeten beginnen.
B. Nee, beginnen met de derde prijs is de enige eerlijke oplossing.
C. Het maakt geen verschil, in beide gevallen is de kans op de eerste prijs even groot.

Ik denk B
A en C vallen met logisch redeneren af.

2. Als je aanneemt dat bij de geboorte van een kind de kans op een jongen of een meisje voor elk vijftig procent is, hoe groot is dan de kans dat een echtpaar met vier kinderen twee jongens en twee meisjes heeft?

A. 1/2.
B. 1/4.
C. 3/8.
[/quote]

Hierop zeg ik C. Gok de andere liggen zo voor de hand.

3. U hebt in een quiz 1000 gulden gewonnen. U mag het geld mee naar huis nemen of inzetten in het bekende kop-of-munt-spel. Bij kop wordt het bedrag verdubbeld. Bij munt krijgt u maar de helft. Wat is de juiste statistische redenering?

A. Een gokje kan best want de winstverwachting gaat er op vooruit.
B. Het is een zuivere gok want de winstverwachting blijft gelijk.
C. Zo’n gok is niet slim want de winstverwachting gaat er op achteruit.

A je gaat sowieso met geld naar huis. Dus de winstverwachting gaat omhoog.

4. De volle maan lijkt aan de horizon groter dan wanneer hij hoog in de lucht staat. Hoe kun je deze illusie terstond opheffen?

A. Door met één oog naar de maan te kijken.
B. Door te bukken en tussen je benen door naar de maan te kijken.
C. Door met een verrekijker naar de maan te kijken.

B Je moet het licht inval in je ogen verminderen. Hoe je dat doet weet ik niet. Ik gok B.

5. Je kookt groene groente. Welke kookwijze geeft het gezondste resultaat?

A. Opzetten in een gesloten pan met weinig koud water.
B. Opzetten in een half open pan met ruim koud water.
C. Opzetten in een open pan met ruim kokend water.

Ik gok hier B. De cellen gaan kapot. Waardoor de voedingsstoffen in het water komen. Als ze in ene heel warm worden gaan er meer kapot? Waardoor er meer stoffen verloren gaan.

[okke]

Ik heb jullie verklaringen opgeschreven en aangegeven of deze fout, goed (maar met foute verklaring) of goed zijn.

1. De Nationale Wetenschapsquiz leverde vorig jaar zes finalisten op. De notaris begon met het trekken van de derde prijs. Volgens een krant zou het eerlijker geweest zijn om bij de trekking met de eerste prijs te beginnen. Klopt dit?

A. Ja , de notaris had met de eerste prijs moeten beginnen.
B. Nee, beginnen met de derde prijs is de enige eerlijke oplossing.
C. Het maakt geen verschil, in beide gevallen is de kans op de eerste prijs even groot.

YPPY: B: Dit is een gok, kansbereking heb ik nooit gehad op de havo, zat niet in wiskundeB
Willem ter Haar: B: Ik denk B. A en C vallen met logisch redeneren af.

2. Als je aanneemt dat bij de geboorte van een kind de kans op een jongen of een meisje voor elk vijftig procent is, hoe groot is dan de kans dat een echtpaar met vier kinderen twee jongens en twee meisjes heeft?

A. 1/2.
B. 1/4.
C. 3/8.

YPPY: B: Met biologie heb ik geleerd hoe je kunt bereken welke kleur ogen iemand kan krijgen. Nu heb ik weer zo’n tabelletje gemaakt en ik kwam dan uit een ¼ kans.
Willem ter Haar: C: Hierop zeg ik C. Gok de andere liggen zo voor de hand.

3. U hebt in een quiz 1000 gulden gewonnen. U mag het geld mee naar huis nemen of inzetten in het bekende kop-of-munt-spel. Bij kop wordt het bedrag verdubbeld. Bij munt krijgt u maar de helft. Wat is de juiste statistische redenering?

A. Een gokje kan best want de winstverwachting gaat er op vooruit.
B. Het is een zuivere gok want de winstverwachting blijft gelijk.
C. Zo’n gok is niet slim want de winstverwachting gaat er op achteruit.

YPPY: A: Je gaat naar huis met: A 2000 gulden of C 500 gulden. B vond ik een raar antwoord. Omdat je met niks komt, heb je sowieso winst. 2000 gulden is dan meer winst dan 500 gulden.
Willem ter Haar: A: A je gaat sowieso met geld naar huis. Dus de winstverwachting gaat omhoog.

4. De volle maan lijkt aan de horizon groter dan wanneer hij hoog in de lucht staat. Hoe kun je deze illusie terstond opheffen?

A. Door met één oog naar de maan te kijken.
B. Door te bukken en tussen je benen door naar de maan te kijken.
C. Door met een verrekijker naar de maan te kijken.

YPPY: A: Antwoord B leek nog nogal onzinnig en door een verrekijker zie je alles wel beter, maar in dezelfde verhoudingen. Dit was dus afstrepen.
Willem ter Haar: B: B Je moet het licht inval in je ogen verminderen. Hoe je dat doet weet ik niet. Ik gok B.

5. Je kookt groene groente. Welke kookwijze geeft het gezondste resultaat?

A. Opzetten in een gesloten pan met weinig koud water.
B. Opzetten in een half open pan met ruim koud water.
C. Opzetten in een open pan met ruim kokend water.

YPPY: B: Als het water kookt, dan gaat het verdampen. Er is dan dus minder water. Vitamines verdampen niet. Je hoeft minder water af te gieten, waardoor de kans groter is dat er vitamines bij de groentes achterblijven.
Willem ter Haar: B: Ik gok hier B. De cellen gaan kapot. Waardoor de voedingsstoffen in het water komen. Als ze in ene heel warm worden gaan er meer kapot? Waardoor er meer stoffen verloren gaan.

Willen jullie nog pogingen ondernemen om goede verklaringen te vinden bij de vragen? Of zal ik de verklaringen van de wetenschapsquiz plaatsen?

[Willem ter Haar]

Van mij mag je ze er neerzetten. Ik zou niet weten wat voor redenen er zijn. Ik heb het geprobeerd.

[YPPY]

Ik kan best wat verzinnen, maar dat is dan nog 'creatiever' dan m'n vorige antwoorden.

[okke]

Van de overige lezers en antwoorders heb ik geen reactie of redenatie meer gezien, dus ik ga er van uit dat het meedelen van de antwoorden niet ongewenst is.

1. De Nationale Wetenschapsquiz leverde vorig jaar zes finalisten op. De notaris begon met het trekken van de derde prijs. Volgens een krant zou het eerlijker geweest zijn om bij de trekking met de eerste prijs te beginnen. Klopt dit?

A. Ja , de notaris had met de eerste prijs moeten beginnen.
B. Nee, beginnen met de derde prijs is de enige eerlijke oplossing.
C. Het maakt geen verschil, in beide gevallen is de kans op de eerste prijs even groot.

Uitleg bij het antwoord:
Als je uit zes kandidaten begint met het trekken van de eerste prijs, dan is het berekenen van de kans op de eerste prijs simpel: 1 op de 6, dus 1/6.

Begin je met de derde prijs, dan gaat de berekening als volgt: de kans op niet de derde prijs bij zes mensen is 5/6; de kans op niet de tweede prijs is 4/5 (er zijn nog vijf mensen over; de kans op de eerste prijs is dan 1/4 geworden. De totale kans is dus: 5/6 x 4/5 x 1/4 = 20/120 = 1/6.

2. Als je aanneemt dat bij de geboorte van een kind de kans op een jongen of een meisje voor elk vijftig procent is, hoe groot is dan de kans dat een echtpaar met vier kinderen twee jongens en twee meisjes heeft?

A. 1/2.
B. 1/4.
C. 3/8.

Uitleg bij het antwoord:

Van een gezin met vier kinderen kan de kinderschare op zestien manieren samengesteld zijn
(0 = meisje, 1 = jongen):
1 1 1 1
1 1 1 0
1 1 0 1
1 1 0 0 *
1 0 1 1
1 0 1 0 *
1 0 0 1 *
1 0 0 0
0 1 1 1
0 1 1 0 *
0 1 0 1 *
0 1 0 0
0 0 1 1 *
0 0 1 0
0 0 0 1
0 0 0 0
Bij zes van de zestien mogelijkheden (*) is sprake van twee jongens en twee meisjes: 6/16 = 3/8.

3. U hebt in een quiz 1000 gulden gewonnen. U mag het geld mee naar huis nemen of inzetten in het bekende kop-of-munt-spel. Bij kop wordt het bedrag verdubbeld. Bij munt krijgt u maar de helft. Wat is de juiste statistische redenering?

A. Een gokje kan best want de winstverwachting gaat er op vooruit.
B. Het is een zuivere gok want de winstverwachting blijft gelijk.
C. Zo’n gok is niet slim want de winstverwachting gaat er op achteruit.

Uitleg bij het antwoord:

De essentie van gokken is dat je een winstverwachting hebt die positief uitvalt. Als je niet gokt, krijg je zeker 1000 gulden - die kans is gelijk aan 1. De winstverwachting is dan statistisch: 1*1000 = 1000 gulden, gelijk aan het geld dat je al hebt. Daar schiet je niets mee op.Als je wel gokt, is de winstverwachting (1/2 * 2000) + (1/2 * 500) = 1250. Dat is dus 250 gulden meer dan de 1000 gulden die je al hebt. Kortom, de winstverwachting stijgt door te gokken. Antwoord A is het goede antwoord.

4. De volle maan lijkt aan de horizon groter dan wanneer hij hoog in de lucht staat. Hoe kun je deze illusie terstond opheffen?

A. Door met één oog naar de maan te kijken.
B. Door te bukken en tussen je benen door naar de maan te kijken.
C. Door met een verrekijker naar de maan te kijken.

Uitleg bij het antwoord:

De clou van het antwoord zit in het woordje 'terstond'. Je kunt inderdaad met een verrekijker naar de maan kijken, en dan zal blijken dat hij laag aan de horizon even groot is als wanneer hij later hoog aan de hemel staat. Maar later is niet terstond, zodat antwoord c niet goed is. Antwoord a, met één oog kijken, geeft ook niet de oplossing want het gaat om diepte-cues en perspectief en die ervaar je ook met één oog. Als de maan aan de horizon staat, is er een sterke referentie met de omgeving. Er zijn zogeheten diepte-cues, zoals perspectief en tussenplaatsing. Die cues geven aan dat de maan ver weg staat. Daardoor dénken we dat hij vrij groot is. Als de maan recht boven ons hoofd staat, lijkt hij veel kleiner omdat die diepte-cues er niet zijn. Ons brein speelt dus een spelletje met de waarneming. Wanneer we ons bukken en met het hoofd tussen de benen door naar de maan kijken, kan ons brein die cues niet goed verwerken en zal de illusie terstond verdwijnen. Het goed antwoord is b.

5. Je kookt groene groente. Welke kookwijze geeft het gezondste resultaat?

A. Opzetten in een gesloten pan met weinig koud water.
B. Opzetten in een half open pan met ruim koud water.
C. Opzetten in een open pan met ruim kokend water.

Uitleg bij het antwoord:

Groene groenten kunnen slecht tegen een lang kooktraject. Vooral een temperatuur tussen 66 en 77°C is schadelijk voor de groente omdat er enzymen vrijkomen die de vitaminen aantasten. Die enzymen verliezen hun werking pas bij kooktemperatuur. Door groene groente direct in ruim kokend water te doen is deze snel aan de kook en hebben de enzymen en zuren weinig kans om schade aan te richten aan onder andere het chlorofyl. De groene groente blijft, mits kort gekookt, knapperig en mooi van kleur en behoudt de meeste vitamines: gezond en ook lekker. Verder is het verstandig om groenten in veel water te koken en het deksel van de pan te laten. In ruim kokend water zullen de vrijkomende zuren sterk worden verdund, zodat ze gemakkelijk met het kookvocht kunnen worden afgevoerd. Door het deksel van de pan te laten zullen de vluchtige zuurbestanddelen direct verdampen. De vitamines blijven overigens het best behouden bij stomen en roerbakken, want dan is de hitte nog hoger en de kooktijd dus nog korter. Maar bij die bereidingswijzen lossen de vrijkomend plantenzuren minder op.