Na de oorlog werd er bij La Cambe door de Engelsen en Fransen een begraafplaats aangelegd voor de Duitse gesneuvelde soldaten. Aanvankelijk werden er 8000 gesneuvelden herbegraven, die eerst 8 kilometer verderop op een tijdelijke begraafplaats waren begraven. Uiteindelijk werden er 21.139 Duitse soldaten begraven in La Campe.
Onder een zes meter hoge grafheuvel liggen 296 ongeïdentificeerde lichamen begraven. In 1991 is er een bezoekerscentrum geopend en zijn er bomen geplant die een vredespark zijn gaan vormen.
Eén van de meest bekende Duitse soldaten die hier begraven ligt, is de tankcommandant SS-Hauptsturmführer Michael Wittmann.
Het meest indrukwekkende monument voor de omgekomen Duitse soldaat is de begraafplaats nabij het dorp La Cambe, 5 kilometer ten zuiden van Grandcamp-Maisy (23 kilometer vanaf Bayeux aan de N13 richting Carentan). Dit was origineel een gecombineerde begraafplaats voor Amerikaanse en Duitse doden. In 1947 werden de Amerikaanse soldaten gerepatrieerd of her-begraven te St-Laurent. Het jaar daarop brachten Britse en Franse Oorlogsgraf organisaties Duitse doden naar La Cambe en de andere vijf begraafplaatsten. Het Deutsche Kriegsgräberfürsorge werd opgericht om de graven te onderhouden. Dit werk wordt uitgevoerd door Duitse schoolkinderen en studenten. Hier zouden de Geallieerden een voorbeeld aan kunnen nemen. De jeugd wordt hier geconfronteerd met de zinloosheid van oorlog, als les voor de toekomst.
Binnen op het veld staan verspreid kleine groepjes van zwarte kruisen. Dit symboliseert voor de Duitser 'kameraadschap in de dood'. Hier liggen meer dan 21.200 doden, waaronder 296 in een massagraf (een heuvel midden op het terrein). De heuvel kan beklommen worden en geeft een uitzicht over de begraafplaats. Welk een contrast met de Geallieerde begraafplaatsen. Sober en grof en daardoor des te indringender zal deze begraafplaats bij de bezoeker een gevoel achterlaten van; 'DIT NOOIT MEER'.
ANDERE DUITSE OORLOGSKERKHOVEN IN NORMANDIË:
Champigny-St André, tussen Evreux en Dreux, 19.795 graven
Huisnes-sur-Mer, nabij Mont St Michel, 11.956 graven
Marigny-la-Chappelle, nabij St Lô, 11.169 graven
Orglandes, nabij Valognes, 10.152 graven
St Désir-de-Lisieux, 3.735 graven
Bij elkaar liggen er op deze zes oorlogsgraven zo'n 100.000 dode Duitse strijders.
Ook zijn er op de Commonwealth War Graves omgekomen Duitsers begraven:
Bayeux: 466 Duitsers
Bazeville: 326 Duitsers
Tilly-sur-Seulles: 232 Duitsers
Hottot-les-Baques: 132 Duitsers
Fontenay-le-Pesnel: 59 Duitsers
St Manvieu-Cheux: 556 Duitsers
Brouary: 18 Duitsers
La Délivrande, Douvres: 180 Duitsers
Ranville: 322 Duitsers
In totaal verloor Duitsland in Normandië 450.000 man: 240.000 gedood of gewond. Een offer dat tot nadenken stemt.
La Cambe Duitse begraafplaats Normandie
-
- Lid
- Berichten: 81
- Lid geworden op: 30 jun 2008, 16:39
La Cambe Duitse begraafplaats Normandie
Laatst gewijzigd door le perdreau op 07 jul 2008, 00:24, 1 keer totaal gewijzigd.
Patriotism consists not in waving the flag, but in striving that our country shall be righteous as well as strong.
-
- Lid
- Berichten: 81
- Lid geworden op: 30 jun 2008, 16:39
Re: La Campe Duitse begraafplaats Normandie
SS-Hauptsturmführer Michael Wittmann (22 april 1914 - + 8 augustus 1944)
was een Duitse tankcommandant in de Tweede Wereldoorlog. Hij vernietigde ongeveer 156 vijandige tanks, zo'n 200 stukken artillerie en circa 300 kleine legervoertuigen. Wittmann, een van de succesvolste tankcommandanten uit de krijgsgeschiedenis, kreeg voor zijn daden het Ridderkruis met eikenloof en zwaarden, een hoge militaire onderscheiding.
Wittman behaalde de meeste van zijn successen met een Tiger I tank. Zijn belangrijkste wapenfeit vond plaats in de slag om Villers-Bocage, hierbij viel Wittmann in z'n eentje een heel geallieerd legerkonvooi aan. In slechts 15 minuten vernietigde hij 27 geallieerde pantservoertuigen waaronder een dozijn tanks.
Eerste schreden
Michael Wittmann werd in 1914 geboren als boerenzoon in Zuid-Duitsland. Na een tijdje bij de Reichsarbeitsdienst te hebben gewerkt trad hij in 1936 toe tot het Duitse leger. Datzelfde jaar werd hij lid van de SS in Ingolstadt. Op 1 april 1937 stapte hij over naar de SS-Verfügungstruppe, de voorloper van de latere Waffen-SS, wat het keurkorps van de Duitse strijdkrachten moest worden. Tijdens de aanval op Polen maakte Wittmann deel uit van de gepantserde verkenningseenheid van de Leibstandarte Adolf Hitler. Bij die eenheid vocht hij als commandant van een pantserwagen ook in Nederland, België en Frankrijk. Vervolgens kreeg hij een opleiding tot commandant van gemechaniseerd geschut.
Oostfront
Wittmann kwam als zodanig voor het eerst in actie in de zomer van 1941 als commandant van een Sturmgeschütz III toen hij de Italiaanse troepen tijdens de invasie van de Balkan moest ondersteunen. Later, in augustus 1941, nam hij deel aan Operatie Barbarossa, de Duitse invasie van de Sovjet-Unie. Het lukte hem tientallen Russische tanks uit te schakelen. Hiervoor werd hij onderscheiden met het IJzeren Kruis. Hierna maakte hij de overstap van de Artillerie naar het Tankwapen.
Vanaf begin 1943 was Wittmann eerst commandant van een Panzerkampfwagen III en daarna van een Tiger tank, een zwaar gepantserde tank, die op dat moment de modernste tank ter wereld was. Door een combinatie van goede voertuigbeheersing, tactisch inzicht en lef was hij moeilijk te verslaan op het slagveld.
Een van zijn belangrijkste tactische inzichten was het in zijn geheel keren van zijn tank in de richting van de vijand in plaats van het draaien van de geschutstoren. Hiermee won hij veel tijd en zorgde hij er ook voor dat hij het frontpantser van zijn tank kon benutten. Deze was hier het sterkst.
In 1943 nam Wittmann deel aan de slag om Koersk, de grootste tankslag aller tijden. Daarbij speelde Wittmann een belangrijke rol en werd hij vanwege zijn prestaties onderscheiden met het Ridderkruis. Na een kort verblijf in Italië keerde Wittmann weer terug naar het Oostfront. De Duitse propagandamachine begon hem actief te promoten als "tankaas", waarbij er kennelijk meer overwinningen op zijn conto werden geboekt dan strikt bewezen kon worden. Op 30 januari 1944 kreeg hij van Adolf Hitler persoonlijk het eikenloof bij het Ridderkruis uitgereikt voor zijn honderdste vernietiging van een vijandelijke tank.
Normandië
Tot aan maart 1944 bleef Wittmann actief op het Oostfront. Toen Wittmann echter terugkwam in Duitsland werd hij ontvangen als een superheld. Net als bij veel andere succesvolle Duitse militairen had de Duitse propagandamachine Wittmanns overwinningen breed in de media uitgemeten. Er waren boeken, films en zelf ansichtkaarten van Wittmann gemaakt. Vrijwel iedere dag had er een overwinning van Wittmann in de krant gestaan. Ironisch genoeg had Wittmann niets weg van een held: hij was stil, verlegen, bescheiden van karakter. Een echte denker die niet graag vertelde over z'n overwinningen. Hij was klein en tenger gebouwd, en voldeed daarmee niet aan het stereotype van de SS'er.
Na een korte vakantie waarin hij op 1 maart in het huwelijk trad, kreeg Wittmann te horen dat hij werd overgeplaatst naar Frankrijk omdat Hitler een geallieerde invasie vreesde. Op 6 juni 1944, D-Day, vielen de geallieerde troepen aan. Op 13 juni 1944 moest Wittmann als commandant van een compagnie van het 101e Schwere Panzerbataillon met slecht zes Tiger tanks het zeer strategisch gelegen Franse dorpje Villers-Bocage bewaken tegen oprukkende geallieerde troepen. Plotseling dook een grote Britse tankcolonne op die, zich van geen Tigers bewust, het plaatsje binnentrok. Wittmann organiseerde een tegenstoot waarbij de Britten zowel van achter als van voren werden aangevallen en ingesloten zaten tussen de huizen. Zelf nam hij een Tiger over en reed daarmee recht het dorp in, in snel tempo de verraste Britse tanks vernietigend. Wittman voerde dit huzarenstukje helemaal in z'n eentje uit omdat de andere tanks door blokkades niet op tijd het dorpje in kon rijden. De meeste vijandelijke tanks waren Cromwells met een te zwakke bewapening om het pantser van een Tiger te doorboren. Binnen enkele minuten schakelde Wittmann het grootste deel van de colonne uit, net zolang oprukkend totdat de Tiger bewegingsloos geschoten werd door een treffer van een Cromwell tank op het aandrijfrad. In totaal verloren de Britten dertig tanks, de Duitsers, die nog versterkt werden, elf, waarvan de meeste weer hersteld konden worden. Voor deze daad werd Wittmann op 25 juni door Hitler persoonlijk beloond met de toevoeging van de zwaarden bij het Ridderkruis dat hij reeds bezat. Daarbij deed de Duitse propaganda het voorkomen alsof Wittmann in zijn eentje bijna alle vijandelijke tanks had uitgeschakeld. Over de vraag hoeveel het er nu echt waren, zijn de meningen verdeeld. Vermoedelijk betrof het een twaalftal echte gevechtstanks en zo'n vijftien andere pantservoertuigen, ten dele onbewapende observatievoertuigen die niet als zodanig door Wittmann herkend waren. De eer om de meeste tanks in één korte actie vernietigd te hebben, komt daarom wellicht toch toe aan de Char B1 bis Eure onder commando van luitenant Bilotte die op 16 mei 1940 bij Stonne achter elkaar dertien Duitse tanks uitschakelde, danwel aan SS-Unterscharführer Franz Staudegger; deze laatste vernietigde 22 T-34 tanks op 8 juli 1943 tijdens de Slag bij Koersk.
Dood van Wittmann
Na de slag bij Villers Bocage werd Wittmann benoemd tot commandant van een tankbataljon. Wittman bleek echter geen groot leider te zijn en in z'n bescheidenheid wilde hij liever gewoon tankaanvoerder blijven.
Nog geen twee maanden na Villers-Bocage, vond Wittman de dood toen zijn Tiger op 8 augustus 1944 werd vernietigd bij het dorpje Cinthaux. Hoe het precies gebeurde is niet bekend maar waarschijnlijk gebeurde dit tijdens een gevecht met Britse troepen van het 1st Northamptonshire Yeomanry Regiment waarbij zijn Tiger geraakt werd door een M4 Sherman Firefly en explodeerde. Een tweede theorie is dat Wittman's tank beschoten werd door raketten afgevuurd door Britse Hawker Typhoon gevechtsvliegtuigen. De eerste theorie komt echter het meest overeen met zowel ooggetuigenverslagen als officiële Geallieerde en Duitse archieven. Omdat het wrak van Wittman's tank meteen na het gevecht werd opgeruimd kon er geen onderzoek naar worden gedaan. De Britse militairen vonden Wittman's verkoolde lichaam en konden alleen aan z'n zwart geblakerde medailles zien dat het ging om een succesvolle officier. De Britten gooiden z'n lichaam in een anoniem massagraf en pas na de oorlog werd Wittman officieel herbegraven op het Duitse oorlogskerkhof in La Cambe.
was een Duitse tankcommandant in de Tweede Wereldoorlog. Hij vernietigde ongeveer 156 vijandige tanks, zo'n 200 stukken artillerie en circa 300 kleine legervoertuigen. Wittmann, een van de succesvolste tankcommandanten uit de krijgsgeschiedenis, kreeg voor zijn daden het Ridderkruis met eikenloof en zwaarden, een hoge militaire onderscheiding.
Wittman behaalde de meeste van zijn successen met een Tiger I tank. Zijn belangrijkste wapenfeit vond plaats in de slag om Villers-Bocage, hierbij viel Wittmann in z'n eentje een heel geallieerd legerkonvooi aan. In slechts 15 minuten vernietigde hij 27 geallieerde pantservoertuigen waaronder een dozijn tanks.
Eerste schreden
Michael Wittmann werd in 1914 geboren als boerenzoon in Zuid-Duitsland. Na een tijdje bij de Reichsarbeitsdienst te hebben gewerkt trad hij in 1936 toe tot het Duitse leger. Datzelfde jaar werd hij lid van de SS in Ingolstadt. Op 1 april 1937 stapte hij over naar de SS-Verfügungstruppe, de voorloper van de latere Waffen-SS, wat het keurkorps van de Duitse strijdkrachten moest worden. Tijdens de aanval op Polen maakte Wittmann deel uit van de gepantserde verkenningseenheid van de Leibstandarte Adolf Hitler. Bij die eenheid vocht hij als commandant van een pantserwagen ook in Nederland, België en Frankrijk. Vervolgens kreeg hij een opleiding tot commandant van gemechaniseerd geschut.
Oostfront
Wittmann kwam als zodanig voor het eerst in actie in de zomer van 1941 als commandant van een Sturmgeschütz III toen hij de Italiaanse troepen tijdens de invasie van de Balkan moest ondersteunen. Later, in augustus 1941, nam hij deel aan Operatie Barbarossa, de Duitse invasie van de Sovjet-Unie. Het lukte hem tientallen Russische tanks uit te schakelen. Hiervoor werd hij onderscheiden met het IJzeren Kruis. Hierna maakte hij de overstap van de Artillerie naar het Tankwapen.
Vanaf begin 1943 was Wittmann eerst commandant van een Panzerkampfwagen III en daarna van een Tiger tank, een zwaar gepantserde tank, die op dat moment de modernste tank ter wereld was. Door een combinatie van goede voertuigbeheersing, tactisch inzicht en lef was hij moeilijk te verslaan op het slagveld.
Een van zijn belangrijkste tactische inzichten was het in zijn geheel keren van zijn tank in de richting van de vijand in plaats van het draaien van de geschutstoren. Hiermee won hij veel tijd en zorgde hij er ook voor dat hij het frontpantser van zijn tank kon benutten. Deze was hier het sterkst.
In 1943 nam Wittmann deel aan de slag om Koersk, de grootste tankslag aller tijden. Daarbij speelde Wittmann een belangrijke rol en werd hij vanwege zijn prestaties onderscheiden met het Ridderkruis. Na een kort verblijf in Italië keerde Wittmann weer terug naar het Oostfront. De Duitse propagandamachine begon hem actief te promoten als "tankaas", waarbij er kennelijk meer overwinningen op zijn conto werden geboekt dan strikt bewezen kon worden. Op 30 januari 1944 kreeg hij van Adolf Hitler persoonlijk het eikenloof bij het Ridderkruis uitgereikt voor zijn honderdste vernietiging van een vijandelijke tank.
Normandië
Tot aan maart 1944 bleef Wittmann actief op het Oostfront. Toen Wittmann echter terugkwam in Duitsland werd hij ontvangen als een superheld. Net als bij veel andere succesvolle Duitse militairen had de Duitse propagandamachine Wittmanns overwinningen breed in de media uitgemeten. Er waren boeken, films en zelf ansichtkaarten van Wittmann gemaakt. Vrijwel iedere dag had er een overwinning van Wittmann in de krant gestaan. Ironisch genoeg had Wittmann niets weg van een held: hij was stil, verlegen, bescheiden van karakter. Een echte denker die niet graag vertelde over z'n overwinningen. Hij was klein en tenger gebouwd, en voldeed daarmee niet aan het stereotype van de SS'er.
Na een korte vakantie waarin hij op 1 maart in het huwelijk trad, kreeg Wittmann te horen dat hij werd overgeplaatst naar Frankrijk omdat Hitler een geallieerde invasie vreesde. Op 6 juni 1944, D-Day, vielen de geallieerde troepen aan. Op 13 juni 1944 moest Wittmann als commandant van een compagnie van het 101e Schwere Panzerbataillon met slecht zes Tiger tanks het zeer strategisch gelegen Franse dorpje Villers-Bocage bewaken tegen oprukkende geallieerde troepen. Plotseling dook een grote Britse tankcolonne op die, zich van geen Tigers bewust, het plaatsje binnentrok. Wittmann organiseerde een tegenstoot waarbij de Britten zowel van achter als van voren werden aangevallen en ingesloten zaten tussen de huizen. Zelf nam hij een Tiger over en reed daarmee recht het dorp in, in snel tempo de verraste Britse tanks vernietigend. Wittman voerde dit huzarenstukje helemaal in z'n eentje uit omdat de andere tanks door blokkades niet op tijd het dorpje in kon rijden. De meeste vijandelijke tanks waren Cromwells met een te zwakke bewapening om het pantser van een Tiger te doorboren. Binnen enkele minuten schakelde Wittmann het grootste deel van de colonne uit, net zolang oprukkend totdat de Tiger bewegingsloos geschoten werd door een treffer van een Cromwell tank op het aandrijfrad. In totaal verloren de Britten dertig tanks, de Duitsers, die nog versterkt werden, elf, waarvan de meeste weer hersteld konden worden. Voor deze daad werd Wittmann op 25 juni door Hitler persoonlijk beloond met de toevoeging van de zwaarden bij het Ridderkruis dat hij reeds bezat. Daarbij deed de Duitse propaganda het voorkomen alsof Wittmann in zijn eentje bijna alle vijandelijke tanks had uitgeschakeld. Over de vraag hoeveel het er nu echt waren, zijn de meningen verdeeld. Vermoedelijk betrof het een twaalftal echte gevechtstanks en zo'n vijftien andere pantservoertuigen, ten dele onbewapende observatievoertuigen die niet als zodanig door Wittmann herkend waren. De eer om de meeste tanks in één korte actie vernietigd te hebben, komt daarom wellicht toch toe aan de Char B1 bis Eure onder commando van luitenant Bilotte die op 16 mei 1940 bij Stonne achter elkaar dertien Duitse tanks uitschakelde, danwel aan SS-Unterscharführer Franz Staudegger; deze laatste vernietigde 22 T-34 tanks op 8 juli 1943 tijdens de Slag bij Koersk.
Dood van Wittmann
Na de slag bij Villers Bocage werd Wittmann benoemd tot commandant van een tankbataljon. Wittman bleek echter geen groot leider te zijn en in z'n bescheidenheid wilde hij liever gewoon tankaanvoerder blijven.
Nog geen twee maanden na Villers-Bocage, vond Wittman de dood toen zijn Tiger op 8 augustus 1944 werd vernietigd bij het dorpje Cinthaux. Hoe het precies gebeurde is niet bekend maar waarschijnlijk gebeurde dit tijdens een gevecht met Britse troepen van het 1st Northamptonshire Yeomanry Regiment waarbij zijn Tiger geraakt werd door een M4 Sherman Firefly en explodeerde. Een tweede theorie is dat Wittman's tank beschoten werd door raketten afgevuurd door Britse Hawker Typhoon gevechtsvliegtuigen. De eerste theorie komt echter het meest overeen met zowel ooggetuigenverslagen als officiële Geallieerde en Duitse archieven. Omdat het wrak van Wittman's tank meteen na het gevecht werd opgeruimd kon er geen onderzoek naar worden gedaan. De Britse militairen vonden Wittman's verkoolde lichaam en konden alleen aan z'n zwart geblakerde medailles zien dat het ging om een succesvolle officier. De Britten gooiden z'n lichaam in een anoniem massagraf en pas na de oorlog werd Wittman officieel herbegraven op het Duitse oorlogskerkhof in La Cambe.
Patriotism consists not in waving the flag, but in striving that our country shall be righteous as well as strong.
-
- Lid
- Berichten: 11
- Lid geworden op: 01 mei 2008, 18:28
Re: La Campe Duitse begraafplaats Normandie
ff muggeziften het is la cambe en niet campe maar dat terzijde ben er ook geweest en door de eenvoud een indrukwekkende begraafplaats.ben ook op orglandes en marigny geweest,de laatste ligt helaas wat uit de hoek.
opvallend was wel de grafkrans bij een slachtoffer dat nu 100 geworden zou zijn.ondanks de 64 jaar was de familie hem niet vergeten.ook de gastenboeken doorlezen stemd tot nadenken,een kleinzoon van een van hen had opa nooit ontmoet maar was op de fiets vanuit het ruhrgebied gekomen om het graf van opa te bezoeken.
opvallend was wel de grafkrans bij een slachtoffer dat nu 100 geworden zou zijn.ondanks de 64 jaar was de familie hem niet vergeten.ook de gastenboeken doorlezen stemd tot nadenken,een kleinzoon van een van hen had opa nooit ontmoet maar was op de fiets vanuit het ruhrgebied gekomen om het graf van opa te bezoeken.