De opstand van 1944 zal ik in een aparte fotodraad behandelen en beginnen met een verslag over het getto
Het Joodse getto werd oktober 1940 opgericht en heette bij de Duitsers geen getto maar „Jüdischer Wohnbezirk in Warschau“ in november 1940 was het al helemaal afgesloten van de buitenwereld.
Het was omringd door een muur die hier op deze toen & nu foto goed te zien is.

Soms was die muur een speciaal gemetselde muur soms werden muren van huizen of fabrieken dichtgemetseld om het getto af te sluiten zoals bij deze muur gebeurde
het is een van de weinige overgebleven stukken muur van het getto.

Het getto bestond uit 2 delen het grote en het kleine getto waarbij het kleine getto.
Het kleine getto herbergde niet alleen woningen voor de gettobewoners, maar ook meerdere werkplaatsen die eigendom waren van Duitse industriëlen en die onder toezicht stonden van de Wehrmacht. Hier werden Joden ingezet als dwangarbeiders voor de Duitse oorlogsindustrie.

Dit is een van de laatste originele fabrieksgebouwen.

Tegenover deze fabriek is nog een origineel Duitse opschrift leesbaar (moeilijk)
Er staat een pijl en de letters LSR die staan voor luftschutzraum helaas is er met blauw overheen geschilderd.

Hier een kaartje van het getto in 1943 maar in de 2.5 jaar van haar bestaan zijn de grenzen diverse malen verschoven.

De gemeente Warschau heeft op diverse plaatsen in de stoep het verloop van de gettomuur aangegeven.

Tussen het grote en kleine getto liep een belangrijke weg die open moest blijven daarom hadden de Duitsers er een brug overheen
laten bouwen om verbinding tussen de 2 delen van het getto te houden maar het verkeer niet te hinderen.
Op deze toen & nu foto is dit goed zichtbaar.

Op deze documentaire uit mei 1942 is de brug goed te zien.
Vanaf november 1940 was het getto volledig afgesloten en zaten er tussen de 350.000 en 500.000 opgesloten.
De inwoners stonden bloot aan pesterijen, vernederingen en intimidatie zoals op de 2e foto goed te zien is.

Deze toen en nu foto kon ik maken omdat het gebouw links achter onveranderd is.

Verder was net als in andere landen het dragen van een Jodenster, hier in de vorm van een armband verplicht.

De dagelijkse leiding was in handen Judenrat en de orde werd gehandhaafd door de Jüdische Ghetto-Polizei uiteraard voerden deze organisaties opdrachten van de Duitsers uit. Hoofd van deze Judenrat was Adam Czerniak
De Jüdische Ghetto-Polizei van Warschau

Het getto werd al gauw toneel van honger en er braken diverse epidemieën uit.
Rond de 80.000 mensen stierven ten gevolge van honger en ziektes.
Wie in de fabrieken werkte en dus belangrijk voor de productie of geld had om op de zwarte markt eten te kopen had een kans om te overleven
maar vooral weeskinderen, mensen zonder werk zieken en ouderen werden het slachtoffer.
Een gids die mij een rondleiding gaf wees mij op de plaats waar een bekende gettofoto is gemaakt, de mensen op de achtergrond lopen zonder op of om te kijken voorbij
een lijk, in die tijd een doodnormaal verschijnsel in de straten van het getto.
(Omdat het moeilijk zichtbaar is heb ik een pijl gezet bij het herkenningspunt)

Weeskinderen

In het voorjaar van 1942 was Aktion Reinhard van start gegaan. Het doel van deze geheime operatie was de complete uitroeiing van de Joden in het Generalgouvernement.
Op 22 juli 1942 werd aan Adam Czerniakow mede gedeeld dat de Joodse Raad er dagelijks voor diende te zorgen dat er 6.000 Joden aanwezig waren op de Umslagplatz, vanaf hier vertrokken treinen naar vernietigingskamp Treblinka
Uiteraard vertelden de Duitsers niet dat het bedoeling was de Joden vermoord zouden worden maar werd verteld dat ze geherhuisvest werden in het oosten toch gingen er al langer geruchten over massa executies en Adam Czerniaków die het niet vertrouwde pleitte er voor de aanwezige weeskinderen in het getto niet op transport te zetten, dit werd door de Duitsers geweigerd en hun transport werd bevolen.
Adam Czerniaków ging zo gebukt onder het feit dat hij zo weinig invloed meer kon uitoefenen dat hij op 24 juli op zijn kantoor zelfmoord pleegde, zijn graf is te vinden op de Joodse begraafplaats die aan de rand van het getto ligt, in 1950 is ook zijn vrouw daar begraven.

Van juli 1942 tot oktober 1942 werden 254.000 via de Umschlagplatz naar Treblinka vervoerd om daar vergast te worden, de Umschlagplatz lag aan de rand van het getto en vanaf daar betrokken de treinen.
De Umschlagplatz in 1942

Op de exacte plaats van de Umschlagplatz staat nu een monument.

Na aanwijzingen van wederom een gids vond ik het laatste stukje overgebleven muur van de Umschlagplatz

In januari 1943 zijn nog ongeveer 60.000 Joden in het getto aanwezig, deze hebben zich inmiddels zo goed als mogelijk bewapend en in het diepste geheim bunkers gebouwd onder de huizen. Het is inmiddels ook in het getto glashelder geworden dat herhuisvesting een zekere dood in Treblinka betekend en men besluit dat doodvechten beter is dan als makke schapen naar de slachtbank te gaan en vanaf 18 januari 1943 breken er gevechten uit in het getto als de Duitsers proberen Joden op te halen voor transport.
Ik kan DIT artikel van Go2war2 aanbevelen als je meer wilt weten over de opstand en het verloop ervan.
Van de eigenlijke gevechten zijn weinig foto's gemaakt wel van de randverschijnselen er om heen, het in brand steken van de huizen, het afvoeren van de laatste bewoners enz.
Een Duitse Kriegsberichter maakte deze foto's op de Nowolipie straat, de straat is na de opstand eigenlijk compleet verwoest maar met behulp van wat oude foto's, een Poolse site en de huisnummers kon ik deze toen & nu foto's maken.



De meest bekende foto van de Tweede wereldoorlog werd in deze directe omgeving gemaakt.

Over wie de "Getto boy" is doen verschillende verhalen de ronde, er komen meerdere namen voor in aanmerking.
Meer duidelijkheid is er over 2 Duitsers op de foto's

Josef Blösche werd pas in 1967 gearresteerd voor de misdrijven die hij gepleegd had en werd in de DDR ter dood veroordeeld en in juli 1969 geëxecuteerd.
Jürgen Stroop had de leiding over het bestrijden van de opstand en schreef na het neerslaan van de opstand en het uitroeien van de meeste opstandelingen een rapport voorzien van foto's over zijn optreden, het zogenaamde Stroop-Bericht (“Es gibt keinen jüdischen Wohnbezirk mehr in Warschau”) dit rapport betekende uiteindelijk zijn ondergang, het diende als bewijsstuk tegen hem en in maart 1952 werd hij in Warschau opgehangen.
Overigens bleef de getto opstand niet onopgemerkt in het buitenland en diverse kranten maakten er melding van.

Op 8 mei bestormen de Duitsers het Joodse hoofdkwartier, een bunker, aan de Milastraat 18 en de leiding van de opstand sneuvelt of pleegt zelfmoord.
Groepje blijven echter verder vechten of lukt het te ontsnappen uit het getto.
Op de plaats waar het hoofdkwartier zat staat nu een monument.

Geëxecuteerde opstandelingen.

Wat is er nog over van het getto?
Wat betreft gebouwen valt het tegen, Warschau werd tijdens de belegering van 1939 gebombardeerd, het getto werd in brand gestoken en groten delen van Warschau werden tijdens en na de opstand van 1944 vernietigd.
Zo zag Warschau er in 1945 uit, de kerk is gespaard omdat dit een opslag depot van de Duitsers was.

Wat we weten uit het getto komt voornamelijk uit het archief van Emanuel Ringelblum de Ringelblum's Archives deze begroef hij en na de oorlog, die hij zelf niet overleefde werd het terug gevonden.
Deze foto is van de opgraving van het archief.

Verder dagboeken en film materiaal, de Duitsers bijvoorbeeld filmden er voor hun propagandafilm Der ewige Jude

Op deze foto is een Duitser te zien die opnames maakt.

Er gaat in 2014 een groot museum open tegenover dit monument.

Voor dit monument maakte Willy Brandt zijn inmiddels wereld beroemd geworden knieval.

Deze knieval maakte zoveel indruk op de Polen dat hiervoor een apart monument werd opgericht.

Schuin tegenover het grote monument een monument voorJan Karski Karski werd 2x het getto in en uit gesmokkeld
en gaf berichten over de toestanden hier door aan de VS, Engeland en de Poolse regering in ballingschap, er werd niets mee gedaan.

Hier is Karski te zien in de documentaire SHOAH hij verteld over zijn bezoek aan het getto.
Zichtbaar is de verhoging waar de woonwijk op staat, deze verhoging komt door het puin van het voormalig getto dat als fundament voor de nieuwe wijk is gebruikt.

Originele bestrating en tramrails die nergens meer heengaan.

Na de val van het ijzeren gordijn besloot het gemeentebestuur de huizen die over waren terug te geven aan de eigenaren of erfgenamen.
Op zich een goed idee maar ze zijn bijna niet meer vindbaar of erfgenamen zitten niet te wachten op een bouwval aan het andere eind van de wereld.
Daarom staan ze leeg en vervallen ze, niemand neemt een beslissing, de foto's aan de buitenzijde zijn van Joodse families die werden omgebracht in Treblinka.

Deze synagoge, de Nożyk synagoge, overleefde de oorlog omdat hij door de Duitsers gebruikt werd als opslagruimte en later als stal.

Je kan een rondleiding krijgen langs de vele routes en gedenktekens van het getto, deze worden georganiseerd door de Poolse VVV en als je geluk hebt, en dat had ik, krijg je het van een lokale historicus die echt van de hoed en de rand weet.

Ook de moeite waard, de Joodse begraafplaats al is het wat informatie betreft behoorlijk behelpen.
Je vind er graven zoals deze, vader en zoontje op een dag gestorven.

Een massagraf.

Persoonlijke monumenten met foto's

Dit monument maakte op mij het meeste indruk vooral om het verhaal er achter.
Janusz Korczak
Een man die de weeskinderen uit zijn weeshuis niet in de steek liet en vrijwillig meeging naar een zekere dood in Treblinka.
Op 5 augustus (of 6 augustus), 1942, kwamen Duitse soldaten de 192 (of 196) weeskinderen ophalen en ongeveer een dozijn stafleden om hun naar het vernietigingskamp Treblinka te brengen. Korczak hoefde niet mee te gaan wegens zijn achtergrond, maar hij sloeg het aanbod om achter te blijven meerdere keren af. Hij zei geen afstand te zullen doen van zijn kinderen. Bij hun vertrek werden de kinderen in hun mooiste kleren gekleed en ieder droeg een blauwe knapzak met daarin een lievelingsboek of -speeltje.

Een ooggetuige schreef later:
"He told the orphans they were going out in to the country, so they ought to be cheerful. At last they would be able to exchange the horrible suffocating city walls for meadows of flowers, streams where they could bathe, woods full of berries and mushrooms. He told them to wear their best clothes, and so they came out into the yard, two by two, nicely dressed and in a happy mood"
Er is een speelfilm gemaakt over de opstand: Uprising