Kort samengevat wordt de ideologische evolutie van JvS als volgt geschetst:
-De trias katholiek/ Vlaams/ sociaal beweegt niet of nauwelijks tot 1916;
-Via het antimilitarisme wordt de ideologie van JvS vanaf einde 1916 uitgesproken links-revolutionair; het gaat hier niet om een doordacht marxisme, maar om een emotioneel bolsjewisme verbonden met Vlaams-nationale motieven; zonder dat dit van het linkse iets afdoet, kunnen we dit een nationaal-revolutionaire ideologie noemen;
-Een eerste hevige omzwaai naar ultramontaans katholicisme, die we kennen uit de “constanten” maakt in +/- 1922 een einde aan deze periode;
-Na een korte democratische periode die nog in 1922 beëindigd wordt, evolueert JvS naar een rechtssolidarisme (1924), waarbij zich het corporatisme voegt (1927) en het afzweren van geweld (1927);
-Dit alles staat echter in de periode 1921-1929, de tijd van zijn parlementair mandaat, in de schaduw van een virulent Vlaams-nationalisme;
-Vanaf 1926 versmelten Vlaams-nationalisme en solidarisme meer en meer om, via een organisch maatschappijbeeld in 1931 Diets nationaalsolidarisme te worden;
-De taaldominantie in zijn nationalisme verzwakt vanaf 1934, de historische component komt duidelijk op de voorgrond vanaf 1936;
-Tegelijk constateert men een zeker terugplooien op een ordegedachte vanaf 1935;
-Vanaf 1937 wordt het antidemocratisme afgezwakt door een politiek corporatisme, krijgt het nationalisme een volop historisch-geopolitieke kleuring en komst JvS tot een vrij klassieke conservatisme waarmee hij een soort elitaire APO-strategie (“buitenparlementaire oppositie”) probeert te volgen, terwijl steeds talrijke informele draadjes hem met personen uit de machtssfeer verbinden.
De buitenwereld merkt van dit alles weinig en heeft meer aandacht voor de uiterlijke vormen die vooral in de periode 1931-1934 verdacht fascistisch overkomen, het vertoon van een Belgische vlag, enz. Het drama van JvS is zijn snelle ideologische evolutie en zijn intellectuele eerlijkheid om die meteen te willen omzetten in een eindeloze reeks koerscorrecties. Voor zijn aanhangers was dit reeds een probleem, maar de buitenwereld kon helemaal niet volgen. Hij werd de gevangene van een reputatie die hij eerst als radicale fronter, daarna als Dinaso-leider zelf had opgebouwd. Zijn imago liep jaren achter op zijn eigenlijk ideeën. De man die in 1940 werd aangehouden was de anti-Belgische fascist van 1931.
We realiseren ons zeer goed dat zelfs het overlopen van onze samenvatting een onbevredigend gevoel en enige duizeligheid achterlaat. De prijs om dit te voorkomen is een stroomlijning die risico’s inhoudt. Het begin is duidelijk: de katholieke/Vlaams/sociaal gestemde jongeling uit Wakken die door zijn frontervaring een linkse, revolutionaire Vlaams-nationalist wordt. Dat brengt ons tot in 1921.
Het einde is dan ook duidelijk: de aristocratisch-rechtse leider van een gesloten orde overtuigden die een Spartaans-conservatieve leer beleidt. Dat beeld is goed voor de periode 1937-1940. Het adjectief Spartans komt trouwens van Van Severen zelf. De middenmoot van zijn leven, 1921-1937 is op het eerste gezicht te chaotisch om ze onder één ideologische benaming onder te brengen.
En om af te sluiten een overzicht van de belangrijkste schernietmomenten:
-Anarchie, anarschisme: Eerste gebruik: 12.1916. Negatief gebruik: 1919. Laatste gebruik: 8.1936.
-Antimilitarisme: Eerste gebruik: 7.1914. Verbonden met de Vlaamse Beweging: 1.1918. Laatste gebruik: 4.1921.
-Bolsjewisme, socialisme: Eerste gebruik “socialisme”: 8.1914. Eerste gebruik “bolsjewisme”: 1.1918. Verbonden met de Vlaamse Beweging: 7.1918. Positief gebruik: tot 2.1921. Negatief gebruik: vanaf 1.1930.
- Dietsland, Dietse Rijk: Eerste gebruik 1931. taalkundige omschrijving: 1931 tot 8.1934. Idem + hegemonie over anderstalige gebieden: 8.1934 tot 8.1936. Idem + lotsverbonden volkeren: 8.1936-8.1937 Historisch-geopolitieke omschrijving: vanaf 8.1937.
-Noodzaak van een leer, doctrine: Eerste gebruik 1.1927. Geen evolutie.
-Franse Revolutie: Eerste gebruik: 6.1916. Connotatie met bolsjewisme: vanaf 8.1935.
-Organisme maatschappijopvatting: Eerste gebruik: 9.1929. Geen evolutie.
-Solidarisme, nationaalsolidarisme: Eerste gebruik: 1924. Verbonden met Vlaams-nationalisme: vanaf 12.1926. Diets nationaalsolidarisme: vanaf 5.1931.Sterker antikapitalistisch: vanaf 1936.
-Corporatieve orde, corporaties: Eerste gebruik (links): 1.1920. Eerst gebruik (rechts): 1926. Verbonden met medebeheer en volksvertegenwoordiging: vanaf 1937.
-Kaderpartij/massa, meerderheid/minderheid: Gebruik: vanaf 1920 tot 8.35.
-Orde (als gemeenschap): Gebruik: vanaf 1935.
-Aristocratie, adel: Het aristocratische volk der Nederlanders: vanaf 8.1934. Aristocratie als orde (=maatschappelijke geleding): vanaf 1938.
-Geweld: Positief gebruik van 12.1916 tot 2.1921. Tegenstander: vanaf 8.1927. Staat veroveren, staat-in-de-staat: vanaf 8.1934. Positiever t.o.v. de staat: vanaf 6.1937.
-Democratie, volksvertegenwoordiging: Eerst gebruik (positief): 9.1914. Links antidemocratisme van 1.1918 tot 2.1921. Positief gebruik tot 6.1922. Rechts antidemocratisme tot 1937. Corporatieve volksvertegenwoordiging vanaf 1937.
Joris Van Severen en het Verdinaso.
- willysproject
- Lid
- Berichten: 716
- Lid geworden op: 24 feb 2005, 23:20
-
- Lid
- Berichten: 838
- Lid geworden op: 21 okt 2006, 05:07
- Locatie: Moengo, Suriname
Re: Joris Van Severen en het Verdinaso.
Dit bestrijd ik. Als De Schaepdryver en Van Severen hun wederzijdse bewondering uitspreken zegt dat niets over hun vermeende socialistische opvattingen. Datzelfde geldt voor de bewondering die Van Severen heeft voor Liebknecht en Trotsky. Hij bewondert alleen maar hun energie en hun ijveren en zegt niets over hun ideeën. De enige inhoudelijke verwijzing naar het socialisme die u geeft is een vage opmerking over het begrip klassenstrijd. En u hebt zelf al aan gegeven dat Van Severen zich juist daartegen keerde in de jaren 30. Deze magere socialistische wortel is dus nooit boven de Verdinaso-grond uitgekomen.willysproject schreef:Via het antimilitarisme wordt de ideologie van JvS vanaf einde 1916 uitgesproken links-revolutionair; het gaat hier niet om een doordacht marxisme, maar om een emotioneel bolsjewisme verbonden met Vlaams-nationale motieven; zonder dat dit van het linkse iets afdoet, kunnen we dit een nationaal-revolutionaire ideologie noemen;
Of het aan Van Severen ligt of aan u kan ik niet beoordelen. Maar Van Severen komt uit uw citaten naar voren als een warhoofd, dat geen enkel idee heeft wat socialisme inhoudt; laat staan wat de verschillende substromingen inhouden. En laat nogmaals gezegd zijn dat deze substromingen elkaar in die jaren flink naar het leven stonden. Kerensky was ook een socialist.
Iets soortgelijks geldt voor Van Severens antimilitairisme. Ik zal niet tegenspreken dat hij een afkeer had van WO-1. Daarvan waren er wel meer. In de eerste plaats is antimilitairisme niet speciaal socialistisch. Ook niet-socialisten kunnen antimilitairistisch zijn en de bolsjewieken zijn wel altijd uitgesproken militairistisch geweest. Dan is ook ijveren voor een revolutie niet typisch socialistisch. Tenslotte heeft de sociaal-democratie - die andere belangrijke stroming in het socialisme - zich van de revolutie afgekeerd als middel om een socialistische samenleving te vestigen.
Kortom, zolang u niet duidelijk maakt of kan maken wat nou precies het socialistische in Van Severen's gedachtegoed van de periode 1910 - '20 is, kunt u niet beweren dat zijn latere ideeën tav het Verdinaso in het socialisme wortelen. Afkeer van oorlog, bewondering voor revolutie en enige emotionele oprispingen zijn volstrekt onvoldoende. Het essentiële punt ontbreekt: de mobilisatie van de macht van de arbeidersklasse zodat deze de eigen belangen kan behartigen; gecombineerd met onderlinge solidariteit. Uit alles blijkt dat Van Severen daartoe nooit bereid is geweest. DIt idee is namelijk innerlijk strijdig met het corporatisme, dat volgens u centraal staat in Verdinaso.
Over Belgische politiek weet ik vermoedelijk minder dan u over Surinaamse politiek. Mijn bezwaar was, zoals ik al had aangegeven, slechts gebaseerd op Piano's eerste post. Zijn website ken ik niet.
- willysproject
- Lid
- Berichten: 716
- Lid geworden op: 24 feb 2005, 23:20
Re: Joris Van Severen en het Verdinaso.
Dat kan ik gedeeltelijk beamen. De bewoording 'warhoofd' is misschien iets te gekleurd geformuleerd, maar in bovenstaande bewoordingen heb ik tevens geformuleerd dat het geheel duizelig, niet-gestroomlijnd, verwarrend en wazig kan overkomen. Bovenstaande ideeën groeien toen hij een leeftijd had van 20-24 jaar en in volle oorlog. Zijn bekommernissen en gingen in de eerste plaats naar zijn weerzin tegenover de oorlog en de situatie van de Vlaamse soldaten aan het front. Zijn overtuiging zal voor huidige linkse theoritici ook nooit als socialistisch noch bolsjewisitisch kunnen worden aanvaardt, al was het uit principe en wegens de voorkennis van zijn na-oorlogse anti-bolsjewistische discours, maar de sympathie en overtuiging voor het bolsjewisme en revolutie was er destijds wel, al was het omwille van het als bevrijding aanvoelend karakter er van. Trouwens lijkt zijn sympathie voor het socialisme én zijn tegelijkertijd godsvertrouwen op zich al tegenstrijdig. Als men deze sympathie en ideeën uitsluit uit het volledige verhaal -afgezien men het nu al dan niet socialistische of bolsjewistische wortels noemt- of als men zijn vroege sympathie voor Lenin en Trotski verwaarloost, dan blijft de persoon Joris Van Severen inderdaad een onduidelijk mysterie.
Moengoman schreef: Dit bestrijd ik. Als De Schaepdryver en Van Severen hun wederzijdse bewondering uitspreken zegt dat niets over hun vermeende socialistische opvattingen. Datzelfde geldt voor de bewondering die Van Severen heeft voor Liebknecht en Trotsky. Hij bewondert alleen maar hun energie en hun ijveren en zegt niets over hun ideeën. De enige inhoudelijke verwijzing naar het socialisme die u geeft is een vage opmerking over het begrip klassenstrijd. En u hebt zelf al aan gegeven dat Van Severen zich juist daartegen keerde in de jaren 30. Deze magere socialistische wortel is dus nooit boven de Verdinaso-grond uitgekomen.
Of het aan Van Severen ligt of aan u kan ik niet beoordelen. Maar Van Severen komt uit uw citaten naar voren als een warhoofd, dat geen enkel idee heeft wat socialisme inhoudt; laat staan wat de verschillende substromingen inhouden. En laat nogmaals gezegd zijn dat deze substromingen elkaar in die jaren flink naar het leven stonden. Kerensky was ook een socialist.
Iets soortgelijks geldt voor Van Severens antimilitairisme. Ik zal niet tegenspreken dat hij een afkeer had van WO-1. Daarvan waren er wel meer. In de eerste plaats is antimilitairisme niet speciaal socialistisch. Ook niet-socialisten kunnen antimilitairistisch zijn en de bolsjewieken zijn wel altijd uitgesproken militairistisch geweest. Dan is ook ijveren voor een revolutie niet typisch socialistisch. Tenslotte heeft de sociaal-democratie - die andere belangrijke stroming in het socialisme - zich van de revolutie afgekeerd als middel om een socialistische samenleving te vestigen.
Kortom, zolang u niet duidelijk maakt of kan maken wat nou precies het socialistische in Van Severen's gedachtegoed van de periode 1910 - '20 is, kunt u niet beweren dat zijn latere ideeën tav het Verdinaso in het socialisme wortelen. Afkeer van oorlog, bewondering voor revolutie en enige emotionele oprispingen zijn volstrekt onvoldoende. Het essentiële punt ontbreekt: de mobilisatie van de macht van de arbeidersklasse zodat deze de eigen belangen kan behartigen; gecombineerd met onderlinge solidariteit. Uit alles blijkt dat Van Severen daartoe nooit bereid is geweest. DIt idee is namelijk innerlijk strijdig met het corporatisme, dat volgens u centraal staat in Verdinaso.
Over Belgische politiek weet ik vermoedelijk minder dan u over Surinaamse politiek. Mijn bezwaar was, zoals ik al had aangegeven, slechts gebaseerd op Piano's eerste post. Zijn website ken ik niet.