Ieper werd tijdens de Eerste Wereldoorlog voortdurend beschoten. Naast begin oktober 1914, toen een Duitse Cavaleriedivisie (mogelijk de 3de of de 4de) onder bevel van luitenant-generaal von Hollen Ieper binnentrad en daarmee de stad nog eens "plunderde", werd Ieper nooit veroverd door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na de Duitse intrede, kwamen de Britten zich stationeren in de stad. Nadien begonnen de meeste Ieperlingen vluchten. En in mei 1915 werden iedereen verplicht de stad te verlaten. Pas in 1918, toen de oorlog nog woedde, kwamen de eerste inwoners terug. Wie terug keerde, moest "hun plan trekken" in de kapot geschoten woningen, met oorlogsmateriaal enzovoort.

Robert Anthony legde op 13 oktober 1914 de Britse troepen op de Grote markt vast op een glasplaat.
Pas na de oorlog werd hulp aangeboden. En dit verhaal begon al eerder. In september 1916 begon de affaire met de noodwoningen die na de oorlog geleverd zouden worden door de Koning Albert Fonds. Men had toen al een idee dat het cijfer daklozen hoog zou zijn na de oorlog vanwege deze oorlog. Pas in 1919 werden de eerste woningen betaald nadat een subsidie werd vrij gegeven. Net zoals talrijke steden en dorpen, werden noodhuizen geleverd aan Ieper. Een bekende plaats zijn de noodhuizen op de Minneplein die ook wel word gekend als de Liefdeplaats. Ik plaats het hier ook nog eventjes, want ik vind het een pracht stuk!
Het Minneplein ontstond in 1818 toen de Franse Vauban versterkingen afgebroken werden door de Hollanders en nieuwe werden gebouwd die verder lagen dan de stad. Het kreeg de Franse benaming "Plaine d’armes" of in het Nederlands "Wapenplein". Er bezochten heel wat koppels het pleintje zodat de benaming gauw "Plaine d’amour" zou worden, die rijmt op "Plaine d’armes". Hierdoor kan je vaak postkaarten terug vinden van Ieper met de benaming "Liefdesplaats"

Het Minneplein voor de Eerste Wereldoorlog. Het word ook wel gekend als de Liefdeplaats. De kinderen spelen op het grote grasveld dat ontstond nadat de Hollanders in 1818 de Vauban vestingmuren afbraken. Hier zouden uiteindelijk de woningen (en niet de begraafplaats) werden opgetrokken. We bevinden ons nu ongeveer op de locatie waar het KTA/voetbalveld bevinden.


Twee detail kaartjes van het Minneplein voor en na 1818. Let op de verandering van de muren.

Op 15 juli 1913 legde Robert Anthony de herder met zijn schapen vast op plaat. Hij bevind zich ook op "de Liefdeplaats". Hier hebben we dan de locatie van de begraafplaats.
Ten Westen van het hedendaagse KTA, ligt de Britse begraafplaats die verschillende namen kreeg. De eerste benaming was "Cemetery North of the Prison", omdat de "begraafplaatsen ten Noorden van het Prison" lag. Prison is Frans en West-Vlaams voor gevangenis. Later de "Ypres Reservoir North Cemetery" en nog eens later "Ypres Reservoir Cemetery" die bleef tot heden. De benaming "Ypres Reservoir Cemetery" werd afgeleid uit de waterreservoirs die op het pleintje gelegen lagen en bestemd waren voor de nabij gelegen (zwaar gebouwde) gevangenis in de Elverdingestraat. Tijdens en na de oorlog, werd de gevangenis gebruikt als hospitaal en was de schuilplaats van de Engelse stadsmeester. De doden werden vanaf 1915 begraven te Noorden de gevangenis, daarom de benaming "Cemetery North of the Prison". Er zijn foto's met de ingang die leid tot het gevangeniscomplex met het opschrift "Receiving 4031 wounded". Na de oorlog, stond de gevangenis voor de helft nog overeind en werd uiteindelijk afgebroken en heropgebouwd in dezelfde stijl.

De Ypres Reservoir Cemetery. Foto is van FEW user Paddy.


De gevangenis tijdens de Eerste Wereldoorlog en in heden.
De begraafplaats zou uiteindelijk compleet het grasveld in beslag nemen. De Britten wilden de begraafplaats maken als een internationale begraafplaats, want een betere locatie dan het hoofdstad van de Ieperboog kan natuurlijk niet. En vermits de begraafplaats toen en nu de grootste is van centrum Ieper, kon het alvast niet beter dan deze locatie. Maar dit werd al gauw tegen gehouden. Want tussen de (reeds verdwenen) Boezingepoort (waar de huidige hotel Ariane bevind) en de begraafplaats, werden Alberthuizen opgetrokken. En niet alleen op het Minneplein, maar ook naast het Minneplein en elders in Ieper werden woningen geplaatst.


Enkele barakken van de Albert Fonds in Ieper, op het Minneplein.

De woningen op de Minneplein bevonden rechts van de gele lijn. Links van de gele lijn lag de begraafplaats. Waar de noodwoningen toen bevonden, staat nu in heden de KTA school met de basisonderwijs en het oude voetbalveld van Ieper.
Echter in 1925 werd de actie afgelopen en werden alle noodwoningen afgebroken. Tenzij de stad ingrijpt en dat deed Ieper. Zij kochten uiteindelijk 314 woningen. En in heden is er alvast eentje gespaard gebleven na de talrijke herstellingen. De woning zelf is anders dan die van de Albertfonds. Het huisje werd gebouwd uit een houten skelet die werd gevuld met bakstenen. Volgens de inwoner van het huisje (jaja, hij word nog bewoont) werd het huisje opgekocht door zijn ouders van de brouwer Vermeulen iets verderop. De enige (vermoed ik) bewaard gebleven noodhuis in centrum Ieper, dat ondertussen door de jaren heen veel veranderingen kreeg, ligt gelegen achter de woningen van de Slachthuisstraat en is bereikbaar via een smal weggetje naast huisnummer 18 in dezelfde straat.




