
Als de pantsertrein terugkomt, loopt hij door de asperges met een donderend lawaai uit de rails. Diverse wagons vallen van het talud en een hangt er half in het kanaal. Een gedeelte van de trein, waaronder de radiowagen, blijft echter rechtop staan, zodat er nog luchtsteun aangevraagd kan worden. Met luid gedonder ontsporen de treinwagons...De Duitsers nestelen zich ten zuiden van de spoorlijn en overmeesteren twee vlak bij gelegen kazematten, Aan de andere kant van de spoorlijn maken enkele tientallen Nederlanders zich snel front naar het zuiden en beginnen een hevig vuurgevecht. Door onder de wagons door te schieten, dwingen ze de vijand dekking te zoeken in de trein. Terwijl zich hier een patstelling ontwikkelt, heeft de strijd elders in de Peel-Raamstelling een wat beweeglijker karakter. Het bij Zeeland uitgeladen bataljon valt in noordoostelijke richting aan, maar stuit al snel op een kort tevoren bij Mill gearriveerde afdeling artillerie: III-20 RA. Dit onderdeel is bewapend met museumstukken '8 staal' uit 1880 en heeft geen infanteriebeveiliging. Onvervaard draaien de artilleristen hun kanonnen in de richting van het gevaar en schieten over open vizier en over elkaar heen op de aanstormende Duitsers. Even lijkt het erop alsof ze onder de voet gelopen zullen worden. Dan stokt de aanval om ten slotte in een aftocht te veranderen.In de noordelijke richting gestuit, zoeken de Duitsers hun heil in het zuiden en oosten. De zuidelijke aanval wordt afgeslagen door een gemengd groepje infanteristen en keukenpersoneel, de oostelijke, in de richting van de ontspoorde trein, heeft echter succes. Door een actie in de rug weten de Duitsers een aantal kazematten te overrompelen. Ze trachten opnieuw naar het noorden op te trekken, maar worden tegengehouden door het handjevol verdedigers van een compagniescommandopost. Pogingen van de vijand om zich met de pantsertreinbezetting te verenigen, worden verijdeld door het groepje ten noorden van de spoorbaan, dat ook de Duitsers bij de trein zelf nog steeds het leven zuur maakt.

Het Nederlandse verdedigingsplan bepaalt dat de Peel-Raamstelling lang genoeg gehouden moet worden om het Derde Legerkorps in staat te stellen zich achter de Waal-Lingestelling terug te trekken. Deze terugtocht voltrekt zich volgens plan, maar de situatie bij Mill noopt niettemin tot ingrijpen. Die taak wordt toegewezen aan het 2de Regiment Huzaren-Motorrijders, dat uit slechts 500 man bestaat. Vroeg in de middag vallen de huzaren aan en weten een gedeelte van het door de vijand bezette stellinggebied, inclusief een aantal kazematten, te heroveren. Bij die actie wordt ook de achtergebleven Duitse goederentrein in brand gestoken. Inmiddels zijn echter de eerste Duitse troepen de Maas overgestoken en raakt de Peelstelling bij Mill danig in het nauw. Steeds meer Duitsers komen erop af en ten slotte staan twee complete divisies, de 254ste en 256ste, bij deze plaats. Maar nog altijd houden de Nederlanders de pantsertrein in de tang. In de loop van de dag worden de inzittenden blootgesteld aan een goed gericht artilleriebombardement, door III-20 RA uitgebracht op kaartcoördinaten. Zij duiken een brede sloot in, van waaruit ze tegen zessen eindelijk de al in de ochtend aangevraagde luchtsteun zien komen.
Stuka-duikbommenwerpers ploegen het gebied grondig om. Ook de Duitsers moeten dekking zoeken en zelfs met lichtkogels hun positie kenbaar maken om niet geraakt te worden. Als de Luftwaffe verdwijnt, komen zij weer onder granaatvuur te liggen. vermoedelijk van hun eigen artillerie. Na verloop van tijd krijgen de belaagde treinsoldaten echter steun van infanterie, behorend tot de 256ste divisie, die de kazematten aanvalt. Samen slagen ze er uiteindelijk in de tegenstand te breken. De Nederlanders trekken zich terug achter de Zuid-Willemsvaart. De Duitse opmars is dan bijna een etmaal vertraagd.

De strijd bij Mill vormt slechts een enkel facet van de vijf dagen oorlog in mei 1940. Toch valt met het leed van die ene dag op die ene plek een boek te vullen. Zo is er de brief van soldaat C.F. Crauwel aan zijn ouders. Crauwel en vier anderen bezetten een bunker. Zij kregen het bericht niet door dat er teruggetrokken werd. De vijf mannen sneuvelden, na tot hun laatste snik gevochten te hebben. In Crauwels borstzak vond men een brief, waarin hij schrijft dat het niet meer zo gezellig is en dat ze allemaal door het 'schieten met geweld' een beetje van streek zijn. Hoe grootschalig een oorlog verder ook mag zijn, de emotie van die ouders toen ze deze brief kregen, valt op geen enkele manier te relativeren. Dat stukje terrein vlak bij Mill vormde voor deze mensen het symbool van alle verschrikkingen die een oorlog met zich mee kan brengen. Wie op het bruggetje over het defensiekanaal staat, ziet links en rechts op de westoever de kazematten, door de stichting Menno van Coehoorn zoveel mogelijk in goede staat gehouden. Vanaf de brug zijn ook goed de asperges te zien. Het vredige landschap rondom doet verder niet vermoeden wat zich hier zestig jaar geleden afspeelde. Maar wie richting Mill loopt, ziet de groteske krullen aan het eind van het spoorlijntje, blijvend getuigen van het geweld dat hier toen een etmaal lang dat zelfde landschap overheerste.
monument voor oorlogsslachtoffers:


In juli 1939 begon men met het graven van het z.g. Peelkanaal. De militaire functie was echter zo bekend, dat de plaatselijke bevolking al onmiddelijk over "Defensiekana" sprak,een naam die spoedig algemeen werd.

Aanleggen van prikkeldraadversperring langs het defensiekanaal.
Op de achtergrond (rechts achtering) een nog niet gecamoufleerde kazamat.

Stelling bij A. vd Cruijsen aan de Langenboomseweg in Mill.

Artillerie opstelling bij P. van Doren aan de Langenboomseweg in Mill.

De strijd bij mill op 10 mei 1940.

De Duitse doorbraak bij Mill in de avond van 10 mei 1940.
Kazematen:

Zwaar beschadigde kazemat in het westen van Mill.

Kazemat 539 achter de toenmalige Mavoschool, de Mavo-school heeft intussen plaatsgemaakt voor Fitland.

Belangstellend wordt naar binnen gekeken.

Een foto uit het bezit van Annie van Hout.

Nog een foto uit het bezit van Annie van Hout.
De Panzertrein.
Het leed van 10 mei 1940 deel 2: de pantsertrein
Op 10 mei 1940 om 04.00 uur, werd de bewaking op de westoever in Gennep overrompeld en konden een Duitse pantsertrein, gevolgd door een goederentrein vol infanteristen ongehinderd de brug passeren in de richting van de Peel-Raamstelling bij Mill. De Duitse opmars was dus nog maar net begonnen of de Maaslinie was reeds doorbroken.
De Peel-Raamstelling bij Mill was frontlinie geworden.
De pantsertrein, met daarachter de troepentrein, kon ongehinderd door de Nederlandse verdedigingslinie rijden; de beide treinen stopten pas zo'n 3½ kilometer ten westen van Mill, in de buurt van Zeeland. Het grootste gedeelte van het IIIe bataljon van het 481e Infanterieregiment stapte hier uit, terwijl de pantsertrein werd gerangeerd met het doel terug te rijden en contact te maken met de oprukkende Duitse troepen.
De Nederlandse soldaten bij de kruising van spoorweg en Defensiekanaal hadden echter niet stilgezeten. Onder leiding van luitenant van Eekelen en reserve-eerste-luitenant M. van Velden werden de aspergeversterkingen op de spoorbaan alsnog aangebracht, terwijl een drietal pioniers een aantal reeds op scherp gestelde landmijnen opgroef en onder de spoorrails legde.
De pantsertrein reed inmiddels terug en ondanks de aangebrachte aspergeversperring minderde hij geen vaart. Het gevolg hiervan was dat de trein met donderend lawaai ontspoorde.

Delen van de gederailleerde trein.

De ravage was groot.

De ontspoorde trein op 10 mei 1940.



Na de capitulatie komen veel nieuwsgierigen de plek
des onheils bezoeken.
De vernielingen.
De gebeurtenissen op 10 en 11 mei 1940 lieten in Mill maar al te zeer hun sporen achter. Voor een kleine plaats als Mill, werd er een groot aantal boerderijen en burgerwoningen kompleet verwoest, waardoor de bewoners van de ene op de andere dakloos werden.
Maar liefst 47 boerderijen, 5 dubbelstallen, 17 enkelstallen, 31 burgerwoningen en 10 bedrijfsgebouwen werden er verwoest, waardoor zo'n 400 daklozen in noodwoningen dienden te worden ondergebracht. Voor het vee moesten diverse noodstallen worden ingericht.

De veelvuldig beschoten straatnaampaal in de Spoorstraat.

Deze boederij is ook helemaal verwoest.

De vernielde woning van Harry Ermers aan de Langeboomseweg.

Het bedrijf van Hout werd volledig verwoest.

Cafe Piet Verhoeven aan de Langenboomseweg is ook verwoest.

Duitse soldaten op de verwoeste stukken van Hout.