
Hier heb ik een kort verhaal overgetikt van uit het boek: Het paardenvolk in mei 1940.
In het boek: De Nederlandse cavalerie in de Meidagen van 1940 word het iets uitgebreider verteld.(maar niet echt VEEL meer informatie er over)
Voor Hotel-pension Langenberg in Ede kwamen de Huzaren van 4 RH op 10 mei met elders opgepikt haveloos gekleed gezelschap van circa 30 man aan dat zich uitgaf voor ontluchte Poolse gevangenen uit Duitsland. Waar kwamen zij zo opeens vandaan, waar wilden zij hee en wat was hun bedoeling? Mogelijk was dit de zelfde overvalploeg die eerder bij Didam in de Achterhoek gevangen waren genomen doch wist te ontvluchten. Een dergelijke list werd er ook beschreven in annalen voor de krijgskunst in het Boek Jo-zua 9, de list der Gibionieten: "Zo handelen zij arglistig en veinsden zich gezanten te zijn en vroegen een verbond te sluiten."
Ook in Ede wist men geen raad mee waarna de groep werd doorgezonden. Vlak voor de Grebbelinie werden zij nogmals gesignaleerd.
Toch maar het verhaal uit het boek: De Nederlandse cavalerie in de Meidagen van 1940 overtikken.
Ondertussen zit ik op dit forum te zoeken kwam dit tegen http://wo2forum.nl/viewtopic.php?f=4&t=5856We zullen thans bezien hoe het de cavaleristen om Ede vergig:
Daar kwam alleen het 1e Eskadron, dat die plaats naar het oosten beschermde, in contact met de vijand. Dit onderdeel bestond uit Huzaren te paard, versterkt met een peloton van 3 pantserwagens. Er was stelling genomen in de bosrand aan de westzijde van de Ginkelse Heide, over een breedte de liep van de verkeersweg naar Arnhem tot en met de spoorlijn Ede-Arnhem. Bij het peloton aan de spoorweg vond een merkwaardig voorval plaats.
Op een gegeven moment naderden een dertigtal vreemde figuren in stalkleding, deels met kaalschoren hoofden, deels zonder schoenen. Na aanhouding vertekden ze uit Duitsland ontvluchte Polen te zijn, die naar Engeland wilden. Men heefd ze onder geleide doorgestuurd. Daarna zijn ze ten westen van Ede opnieuw gezien, toen zonder geleide. Vlak voor de Grebbelinie konden worden ze ingehaald, maar wat er vervolgens vervolgse met hen gebeurde is nimmer duidelijk geworden. In de beschikbare gegevens wordt er nergens meer gewang gemaakt. Daar de vijand op diverse plaatsen in Nederland vermomde overvalploegen op bijna overeenkomstige wijze heefd ingezet, lijkt het vrijwel zekder dat de z.g. polen in werkelijkehid Duitsers waren zijn geweest. Waarschijnlijk hebben ze opdracht gekregen om te infilteren en onrust te zaaien, mogelijk door middel van sabotage en geruchten. Ze vormen wellicht een verklaring voor veronderstelde sabotagemeldingen en vreemde schietpartijen die door zovele commandaten zijn gemeld.
Dus op zoek naar het boek: Ede in WapenrokSchrijver Evert van de Weerd (68) van 'Ede in Wapenrok' bleek nog wel in staat een van de verslagleggers te traceren. Hij had in 1999 een telefoongesprek met Prins, de militair die de Polen op het station in Maarsbergen oppikte. Van de Weerd kreeg van de vroegere chauffeur te horen dat hij de Polen bij de roomskatholieke kerk in Culemborg afleverde. "Logisch lijkt het mij," zegt Van de Weerd, "dat Prins in Maarsbergen in zijn auto ook enkele bewakers meekreeg." Die zouden van de Vierde Compagnie Politietroepen (militaire politie) geweest moeten zijn, want die lagen in dat gebied.
Prins kan in ieder geval zijn bewering dat hij de Polen naar Culemborg bracht, niet herhalen, net zomin als hij kan bevestigen dat leden van de militaire politie meereden. Want ook Prins is inmiddels dood.
Van de Weerd en Crebolder gaan ervan uit dat leden van de militaire politie de groep vreemdelingen executeerden. De haveloze Polen zouden, zo moeten die Nederlanders aangenomen hebben, Duitsers zijn die in vermomming de boel achter de linies moesten saboteren. Helemaal ondenkbaar is die theorie niet. In de eerste oorlogsdagen liepen nogal wat verklede Duitsers in Nederland rond, veelal gehuld in namaakuniformen van de militaire politie. Vooral bruggen probeerden ze zo in handen te krijgen.
De Utrechtse historicus Jos Smeets schreef in 1997 een proefschrift over het Korps Politietroepen dat functioneerde van 1919 tot 1940, tussen de twee wereldoorlogen in. Ze werden gerekruteerd uit de beste soldaten en onderofficieren. Volgens Smeets waren de politietroepers harde jongens, bekend om hun discipline en zeer wel in staat tot het executeren van de groep vermeende Polen. "Ze hebben ook het vuur geopend op Nederlandse soldaten die van de Grebbeberg wegvluchtten. Ze hebben drie of vier deserterende soldaten gefusilleerd," zegt Smeets.
Toch heeft de Utrechtse historicus moeite met de theorie van Crebolder en Van de Weerd. Allereerst kan hij maar moeilijk geloven dat uit een kamp in Duitsland ontsnapte Poolse krijgsgevangenen door twee linies heen, de Duitse en de Nederlandse, de Veluwezoom -Wolfheze/Oosterbeek- kunnen bereiken- daar waar ze voor het eerst gezien werden.
Nog meer moeite heeft hij met de gedachtegang dat de Polen verklede Duitsers waren; dat ze als Duitse soldaten gewoon door hun eigen linie 'wandelden' en zich daarna omkleedden en zogenaamd als ontsnapte Poolse krijgsgevangenen in de Nederlandse linies terechtkwamen. In theorie kan het, zegt Smeets, maar hij vindt het tegelijkertijd wel een erg absurde redenering.
Hij houdt het daarom op een mythe, in ieder geval wat betreft het liquideren en begraven in Culemborg. Dat de Polen werden neergeschoten en begraven in Culemborg vernamen de auteurs van 'Ede in wapenrok' van Jan van Alphen. Deze 77-jarige inwoner van Deil is amateur-onderzoeker van oorlogsgebeurtenissen. Hij zegt zijn informatie al in mei 1940 te hebben verkregen van zich terugtrekkende Nederlandse legeronderdelen. Later verrichtte hij verder onderzoek waaruit gebleken zou zijn dat de groep Polen uit 21 man bestond. Ze werden volgens de man uit Deil ondergebracht in de katholieke Barbarakerk in Culemborg. Na hun executie zouden ze zijn begraven in het Rondeel, even buiten de stad.
