OSLO - Het gerestaureerde landhuis dat de Noorse nazi-collaborateur Vidkun Quisling in de Tweede Wereldoorlog als zijn hoofdkwartier gebruikte, is dinsdag overgedragen aan het Noorse Centrum voor Onderzoek van de Holocaust en Religieuze Minderheden. Het huis zal onder meer worden gebruikt voor tentoonstellingen over de holocaust en de vervolging van minderheden in het algemeen.
De Noorse regering besloot in 1999 tot restauratie van het huis, Villa Grande, en de overdracht aan het centrum. Het besluit vormde onderdeel van een regeling met de Noorse joodse gemeenschap waarbij joodse gezinnen 450 miljoen kroon (56,15 miljoen euro) kregen toegezegd als compensatie voor in de oorlog gestolen bezittingen en voor de financiering van gemeenschapsprojecten. Voor de restauratie van het huis werd 40 miljoen kroon (4,96 miljoen euro) uitgetrokken.
De fascistische politicus Quisling leidde na de inval van de nazi's in Noorwegen in 1940 een regime dat collaboreerde met de bezetters. Hij werd na de oorlog, in oktober 1945, geëxecuteerd. Zijn naam zou een eponiem worden voor landverrader.
In de oorlog werd bijna eenderde van de 2.100 Noorse joden omgebracht.
Telegraaf
