Brits martelkamp in Duitsland na WOII

Over het hier en nu (nieuwsberichten, actualiteiten en dergelijke, in relatie met WOII)
Gebruikersavatar
Gertos45
Lid
Berichten: 380
Lid geworden op: 14 feb 2005, 14:38
Locatie: Gistel

Brits martelkamp in Duitsland na WOII

Bericht door Gertos45 »

Brits martelkamp in Duitsland na WOII


LONDEN - De Britten runden vlak na de Tweede Wereldoorlog een martelkamp in het noordwesten van Duitsland. Dat schrijft de krant The Guardian. De gevangenen - veel voormalige nazi’s en SS’ers, maar ook zakenmannen die onder het regime van Adolf Hitler hun fortuin verdienden - werden systematisch geslagen, gemarteld en uitgehongerd, blijkt uit documenten die zijn vrijgegeven onder een Britse vrijheid-van-informatie-wet.
In de documenten bevindt zich een rapport over het kamp in Bad Nenndorf dat is opgesteld door een detective van Scotland Yard. De detective, Tom Hayward, concludeert dat een van de gedetineerden, ene Walter Bergmann, stierf vanwege ondervoeding en gebrek aan medische zorg. Bergmann werkte weliswaar mee met de kampondervragers - hij verschafte waardevolle informatie en bood aan voor de Britten te spioneren - maar kwam onder verdenking te staan omdat hij Russisch sprak.

Gevangenen vertelden Hayward dat ze werden geslagen en geschopt, aldus The Guardian. Ook werden gevangenen blootgesteld aan extreme kou. Sommigen werden uitgehongerd en naar verluidt zelfs gemarteld met apparatuur afkomstig uit een Gestapo-gevangenis in Hamburg. Het rapport van Hayward leidde destijds tot aanklachten tegen drie mannen.

Een militaire rechtbank sprak twee van hen vrij. De derde werd uit het leger ontslagen wegens nalatigheid.

(c) de standaard on line 18/12/2005
http://www.standaard.be/Artikel/Detail. ... 122005_041
Gebruikersavatar
BBB
Lid
Berichten: 1019
Lid geworden op: 16 jul 2005, 00:18
Locatie: Vlaanderen

Bericht door BBB »

zie maar wat nu stilaan bekend word over de Amerikaanse manier van ondervragen, enigzins begrijpbaar , geen macht ter wereld is vrij van misdaden.
Am Ende steht der Sieg
Voorheen bekend als 'bollebekboerke' op dit forum
Gebruikersavatar
frundsberger
Lid
Lid
Berichten: 10
Lid geworden op: 06 jan 2006, 00:23

Bericht door frundsberger »

ik begin me nu toch echt af te vragen wat ze nou tegen hitler hadden?
-knip-
Gebruikersavatar
BBB
Lid
Berichten: 1019
Lid geworden op: 16 jul 2005, 00:18
Locatie: Vlaanderen

Bericht door BBB »

wereldheerschappij, soms militair, soms economisch, soms allebei is nu de drijfveer van grootmachten,toen wel ook, maar Amerika is in de oorlog een beetje gedwongen, in de dertiger jaren bvb. zou het militair gezien niet veel voor gesteld hebben. Maar doordat het ongehinderd kon terug vallen op een groot industrieel potentieel groeide het uit tot een superieure strijdmacht op korte tijd.
Sedert WOII beseffen de Amerikanen blijkbaar dat ze een grote rol kunnen spelen op wereldvlak. Hitler was niet meer nodig als buffer in Europa, integendeel,hij werd een serieuze bedreiging.
Zelf geloof ik niet echt in wat de Amerikanen als reden boven halen,nml. dat ze Europa wilden de vrijheid geven, nee, eerder uit eigen belang.
Mja, de Hitler groet is verboden, alhoewel de Romeinen diezelfde groet gebruikten.
Het hakenkruis is taboe, de sovjet hamer en sikkel dan weer niet.
Romeinen van vele eeuwen geledenen en Sovjets onder Stalin hebben nochtans ook redelijk wat op hun kerfstok.
Politiek en wereldheerschappij (economisch,militair) zijn de redens waarom sommige dictators de baan moeten ruimen.
Aanvaard dit nu niet als absolute waarheid, het is maar mijn visie.
Am Ende steht der Sieg
Voorheen bekend als 'bollebekboerke' op dit forum
Sytze
Lid
Lid
Berichten: 72
Lid geworden op: 08 nov 2005, 21:42

Bericht door Sytze »

In de Guardian van 12 november 2005 staat een uitgebreid bericht over mishandelingen van Britse inlichtingen officieren tegen Duitse soldaten. POW kamp Kensington mocht niet bezocht worden door het internationale Rode Kruis.

Martelingen waren aan de orde van de dag.

Dus weer een staaltje van Engelse gastvrijheid, konden de Duitse gevangenen hier verwachten.

Het internationale rode kruis had toegang tot alle kampen!
Ook tot de zogenaamde vernietigingskampen.
Gebruikersavatar
Harro
Lid
Lid
Berichten: 4440
Lid geworden op: 03 nov 2004, 18:27

Bericht door Harro »

Sytze schreef:Het internationale rode kruis had toegang tot alle kampen!
Ook tot de zogenaamde vernietigingskampen.
De zogenaamde vernietigingskampen? Toemaar. Bedoel je dat er eigenlijk geen vernietigingskampen waren?
Gebruikersavatar
Seyffardt
Lid
Berichten: 1010
Lid geworden op: 08 jan 2004, 16:58

Bericht door Seyffardt »

Datzelfde is niet alleen in Duitsland onder geallieerde leiding gebeurd.
Hier in Nederland is tussen 1944 en 1949 in kampen gemarteld, uitgehongerd en gemoord. In de Harskamp, Levantkade, Cellenbarakken, Vught, Westerbork en al die andere andere kampen en kampjes zaten Nederlandse politieke gevangen, die werden bewaakt door andere Nederlanders die zich behoorlijk hebben misdragen. Ook hier werd minimaal tegen opgetreden. Lees het boekje "Kamptoestanden " van Van Der Vaart - Smit maar eens.
Gebruikersavatar
Leidenwo2
Lid
Berichten: 115
Lid geworden op: 15 nov 2005, 01:03

Bericht door Leidenwo2 »

bollebekboerke schreef:zie maar wat nu stilaan bekend word over de Amerikaanse manier van ondervragen, enigzins begrijpbaar , geen macht ter wereld is vrij van misdaden.
’s Avonds om 8 uur hoorde ik lawaai en luid geschreeuw. Kort daarop haalden ze mij uit de cel. In de lange corridor van de barak stond op regelmatige afstand een aantal Amerikanen in twee rijen opgesteld, als in een straat. Daar moest ik tot aan het eind van de barak doorheen lopen, terwijl ze met riemen, bezems, knuppels, emmers en dergelijke uit alle macht op mij insloegen. Daarbij kreeg ik trappen en vuistslagen, vooral op rug, zitvlak, buikwand en onderlijf. Met beentje lichten en stompen probeerden ze me ten val te brengen. Uiteindelijk smeten ze me in een kantoorruimte. Daar moest ik mij onder schoppen en stompen in het bijzijn van een Amerikaanse kapitein en manschappen geheel naakt ontkleden. Mijn zware militaire schoenen, waaruit de veters verwijderd waren, moest ik aanhouden.
Daarna dreven ze mij, belemmerd door de schoenen, meerdere keren de rij door waarbij ik steeds dezelfde mishandelingen onderging. Later zaten mijn rug, zitvlak en bovenbenen met grote blauwe plekken en zware striemen Nadien duwden ze me in een stikdonkere ruimte, waarin het extreem heet was.

Na enige tijd stelde ik vast dat de cel ongeveer 1,70 x 2,50 meter was en ca. 2,50 m hoog. Geen raam, geen ventilatie en geen luchtverversing. De wanden waren met warmte-isolerend materiaal bedekt. De vloer was van hout, zonder voegen of kieren. Aan de muur tegenover de deur was een met blik omkleed verwarmingselement van 2000 Watt aangebracht. De schakelaar zat buiten de cel.
De enorme hitte en de eerder doorgemaakte lichamelijke beproevingen, beletten mij normaal te ademen. Plotseling werd de deur opengesmeten en werd iemand schoppend en stompend de cel in gegooid. In het duister hoorde ik dat het Hans Theodor Schmidt was. Zijn ademhaling en pols getuigden beter dan woorden van de door hem ondergane behandeling. Daarna kregen we van een sergeant gedragsregels te horen: zitten en liggen was streng verboden. Alleen staan. Wee ons, als we anders dan stram in de houding en met het gezicht naar de deur werden aangetroffen! Door kennelijk speciaal uitgezochte bewakers werd om de 10 à 15 minuten met lawaai en geschud van sleutelbossen gesuggereerd dat de deur zou worden geopend, zodat we geen moment geestelijke of lichamelijke rust kenden. Of ik in de loop van de volgende twaalf en een halve dag geslapen heb, weet ik niet. In elk geval heeft men mij, ondanks een door mishandelingen opgelopen kniewond, niet eenmaal niet in de voorgeschreven stramme houding aangetroffen. Terwijl wij daar stonden en het zweet van ons lichaam gutste, kregen we emmers koud water over ons heen. De deur werd gesloten en het licht ging uit. De hitte en vochtige hete lucht werden ondraaglijk en maakte het ademhalen pijnlijk. De toch al snelle hartslag ging over in gejaagdheid. Door de verdamping van het op de grond staande water bleef deze toestand niet alleen urenlang gehandhaafd, maar verergerde nog. Alsof dit alles nog niet genoeg was, bond men ons aan elkaar vast. Eerst borst tegen borst, dan rug tegen rug en later zij aan zij. Daarbij schoven zij buizen door een kier van de deur en riepen ‘Gas, Gas!’ In plaats van gas bliezen ze wit poeder – vermoedelijk DDT – naar binnen, zodat we nauwelijks nog konden ademen en onze ogen uiterst pijnlijk werden.

De boeien werden telkens door een Amerikaan gecontroleerd en iedere keer strakker aangetrokken. Het waren de armen omknellende, scherpgerande ringen. Op de plaatsen waar de boeien bevestigd waren ontstond hevige pijn en doordat de bloedsomloop werd afgekneld zwollen onze handen op. Na enige tijd van hevige pijn werden ze gevoelloos, maar de pijn op de plaats van de boeien des te heviger. Toen na eindeloos lijkende tijd de boeien werden afgedaan zaten rond mijn linker onderarm brede insnijdingen, waaruit bloed sijpelde. De vierde en vijfde vinger van mijn rechterhand kon ik niet meer bewegen en de zenuwen van de hand bleven lange tijd daarna beschadigd.
In de loop van de nacht werd op dezelfde manier als Hans Schmidt, ook Albert Schwartz de cel in gesmeten Met vier andere kameraden, Hans Meerbach, Otto Barnewald, Max Schobert en Dr. Gerhard Schiedlauski was hij aan dezelfde martelingen onderworpen geweest als wij. Hij was volkomen murw. Tot in de ochtend werden we daarna om de tien-vijftien minuten door de bewakers geschopt, geslagen, bespuwd, enz.

Vanaf 19 september 1945 ‘s ochtends werd een systematisch folteringschema uitgevoerd, waarbij het Amerikaanse personeel volgens een vast rooster was ingedeeld. We merkten spoedig wat de bedoeling was van die zorgvuldige voorbereidingen. Men had ons niet zomaar in Freising geselecteerd en ons een paar honderd kilometer verder getransporteerd.
Gedurende de martelingen - die ononderbroken twaalfeneenhalve dag duurden – wisselden drie sergeants in acht uur durende diensten elkaar af. Ze kwamen minstens elke anderhalf uur de cel in en voerden volgens een vast patroon de mishandelingen uit, dag en nacht. Ze werden steeds door anderen in Amerikaans uniform begeleid en door onder andere hun kapitein, van enige afstand gadegeslagen. Een van de sergeants, een frontsoldaat, was het met het gebeurde niet eens en zei mij dat hij, of hij wilde of niet, op bevel van de kapitein handelde. Het was de hogere dienstleiding die achter die hele martelprocedure zat. De tweede sergeant was een folterknecht pur sang, die zichtbaar genoegen schepte in het martelen. De derde voerde zijn martelingen cynisch berekenend uit en geloofde blijkbaar psychologisch dezelfde resultaten te kunnen bereiken als lichamelijk. Deze sergeants voerden systematisch martelingen uit volgens een bepaald plan, terwijl de gewone manschappen en bewakers willekeurig allerlei mishandelingen begingen.

Tijdens de eerste negen dagen was ik samen met Hans Schmidt in de cel in volkomen duisternis en onder voortdurende hitte. Van de tiende tot de dertiende dag was ik gescheiden van mijn kameraden en onderging ik in een andere cel onder omstandigheden van koude martelingen van een ander soort.
Daaronder behoorden: vuistslagen, hoofdzakelijk op het hoofd, in de nek, in het gezicht, in de hart- en maagstreek en tegen het onderlichaam. Slagen met de zijkant van de hand op keel en adamsappel. Heftige porren met gespreide vingers en nagels tussen de ribben. Slagen met de bovenkant van de vingers en nagels op de oogbollen. Knijpen en verdraaien van de oorschelpen en de neus. Knijpen en trekken aan borstklieren en tepels, waarbij vooral de nagels werden gebruikt.
Slagen met allerlei werktuigen waarmee verwondingen kunnen worden aangebracht, zoals, koppelriemen, gespen van broekriemen, stokken, natte handdoeken, emmers en dat talloze keren over het hele lichaam.
Trappen in buik, onderlijf, zitvlak en benen. Trappen met de voetzolen tegen de zijkant van het kniegewricht, op handen en voeten, in het bijzonder op tenen en nagels. Wrijven over de wonden aan de scheenbenen. Scheuren van teennagelranden met de zijkanten van de dienstlaarzen.

Pluksgewijs uittrekken van hoofdharen, baardharen, wenkbrauwen, okselhaar, schaamhaar. Steken met naalden. Beschadigen van de huid met een grove straatbezem. Veroorzaken van brandwonden met een straalkachel en brandende sigaretten. Kwellingen door hitte, koude, water, zuurstofgebrek, duisternis, honger, dorst en bedreigingen. Verbieden van toiletgebruik, lichaamsverzorging en reiniging.
Sadistische aanvallen van allerlei soort. Gedwongen roken van sigaretten en laten doorslikken van brandende peuken.
Veroorzaken van lichamelijke uitputting door diepe kniebuigingen, liggen en met de armen opdrukken, op de plaats in looppas bewegen. Minderwaardige behandeling waaronder ik als officier-arts volledig naakt onder eerdergenoemde omstandigheden twaalfeneenhalve dag doorbracht. Voortdurend in het gezicht en op het lichaam gespuwd worden zonder mogelijkheid tot reiniging. Gedwongen speeksel en slijm van Amerikanen van de grond oplikken en hun laarzen schoon te likken.

Over mijn hoofd uitgieten van brijmaaltijden en dat onder dwang van de grond likken. Met een lepel brij in het gezicht en op het lichaam gooien.
In een toestand van ernstige honger en dorst eten en drinken voorhouden en het dan weggooien of weghalen Maaltijden door een overvloed aan peper en zout oneetbaar maken. De cel reinigen met een onbruikbare tandenborstel. Scheldwoorden van het laaghartigste en meest lasterlijke soort. Bijzondere vermelding verdient de voortdurend op het uiterst mogelijke gehouden hitte. Deze werd zorgvuldig gedoseerd. Bij klaarblijkelijk stilvallen van de bloedsomloop – men nam de polsslag op - lichamelijke ineenstorting of onmachtigheid werd enige frisse lucht toegevoerd en de verwarming lager gezet, om daarna des te heviger door te gaan. We bevonden ons daardoor continu op de rand van verstikking met heftige klachten vanwege de stagnerende bloedsomloop. Als we met water werden overgoten nam de kwelling nog meer toe door de gevormde hete waterdamp. Soms werd deze toestand dagenlang achter elkaar in stand gehouden. Het water bedekte de vloer en verergerde door verdamping de toestand. Bovendien stonden we voortdurend in het water.
De duisternis werd tijdens de mishandelingen door aansteken van het licht voor korte tijd doorbroken. De maaltijden moesten we zo goed en zo kwaad als het ging in de duisternis tot ons nemen. Tijdens de eerste vier dagen kregen we ’s ochtends en ’s avonds ongeveer ¼ liter cacao of koffie, een snee witbrood en ½ liter soep of een vaste maaltijd van ongeveer ½ liter in volume.

Door de hitte en het weinige drinken verdween de aanvankelijke sterke zweetafscheiding en vanaf de vierde dag was nauwelijks nog transpiratie vast te stellen. De lippen werden schilferig, de tong dik en scheurde door wondjes open. Spreken en eten was pijnlijk en nauwelijks mogelijk. De urine nam een bruinrode kleur aan en was op het laatst nog maar enkele kubieke centimeters per dag, per keer slechts enkele druppels. We bevonden ons op de grens van anurie. De pols was snel en gespannen. Aan het hart waren ritmestoringen en extrasystole waarneembaar. De hartslag daalde naar 35-50 per minuut.

Mijn kameraden kregen last van waanvoorstellingen die tot aanvallen van verscheidene aard leidden. Soms waren ze niet aanspreekbaar, dan weer niet tot bedaren te brengen. Die toestand werd bevorderd door de manschappen en de dreigingen van de sergeant die zichzelf psychologisch bevoegd achtte met zijn voor een leek niet onmiddellijk doorzienbare psychologische beïnvloeding.

’s Ochtends, ’s middags en ’s avonds werden we door de haag van bewakers naar het toilet gedreven. In de toiletruimte zelf werd ook weer van alles gedaan om urineren of gebruik van de wc te verhinderen. Een sergeant en een onderofficier onderscheidden zich daarbij bijzonder. De onderofficier werd duidelijk door sexueel-sadisme beheerst.
De waterkraan en spoelinrichting werden telkens vol open gedraaid, kennelijk om ons snakken naar drinken nog te verergeren.
Omdat we in het toilet meestal de kans niet kregen, loosden we de urine in de cel. De zoute smaak van het water dat we in hoge nood van de vloer moesten drinken werd daardoor ver-oorzaakt.

Op een avond dwong men ons de vloer van de cel met weinig water en heel veel zeep te bewerken. Echter, om na te spoelen gaf men ons geen water meer, maar goot in plaats daarvan vlak bij onze benen heet water. Zo bleef de zeep op de vloer en – zoals spoedig bleek – niet zonder reden.
’s Nachts haalde men ons uit de cel en werden we met vier andere kameraden, verhit als we waren, geheel naakt naar buiten gedreven. Men joeg ons met de blote voeten over een met grof steensplit en as bedekte binnenplaats tot we volledig uitgeput waren. De zeepresten op de celvloer bleken de gewenste uitwerking op onze verwonde voetzolen te hebben. Omdat dat nog niet genoeg was, penseelde de kapitein eigenhandig rijkelijk jodium over onze voeten. Daarop moest ieder één schoen aantrekken vermoedelijk om het staan daarna zo moeilijk mogelijk te maken.
Voor mij pakten de zeepresten bijzonder kwaadaardig uit: op de derde dag had men mij met het zitvlak tegen de gloeiende verwarming gedrukt waardoor twee vuistgrote brandwonden waren veroorzaakt. Was zitten op de grond in onbewaakte ogenblikken daarvoor al uiterst pijnlijk, nu werd dit onverdraaglijk. Enige behandeling van de wonden was er natuurlijk niet. In plaats daarvan penseelde men rijkelijk met jodium en later schraapten ze met een stuk hout meerdere keren de wondkorsten eraf. Ook werd systematisch op de wonden geslagen en getrapt.

’s Avonds op de achtste dag haalden ze me uit de cel en moest ik in de hoek van de corridor met over het hoofd gevouwen handen knielen. Omdat men kennelijk wist dat ik een absolute niet-roker was – men had mij al meermalen tot roken gedwongen - moest ik zes of zeven sigaretten achter elkaar roken. De kapitein dwong mij telkens de nog brandende resten in te slikken. Tijdens het roken bogen meerdere Amerikanen zich dicht over mij over en bliezen, terwijl zij mijn neus dichthielden, hun sigarettenrook in mijn gezicht. Om mij de rook te laten inhaleren probeerden ze door mijn borst samen te drukken ademnood te veroorzaken, en bij de daaropvolgende ademhaling de rook te laten inhaleren.

Daarna dreven ze me met stompen en trappen door de gebruikelijke straat naar het andere eind van de barak in een zich daar bevindende cel. Het was een hok uit planken van nauwelijks een vierkante meter en ongeveer 2,50 m hoog. Er was geen raam en geen verwarmingstoestel. Tussen de onderkant van de deur en de vloer was een handbrede kier. De ruimte leek op een bezemkast en was uiterst smerig. In deze cel was alleen staan en hurken mogelijk. Omdat ze dicht bij de ingang van de barak lag, waarvan de deur steeds open stond, stroomde er voortdurend koude lucht en tocht door de kieren van de planken. Ik was geheel naakt, had acht dagen in extreme hitte doorgebracht en mocht van de kapitein geen deken hebben, waardoor ik verschrikkelijk leed onder de koude. Het was eind september. In de cel heerste buitentemperatuur, door de tocht aanzienlijk verergerd In die omstandigheden heb ik nog drie-en-een-halve dag doorgebracht.
Uit in het Engels door mij opgevangen gesprekken had ik begrepen dat men gezien de tot dusver bereikte resultaten over mij niet tevreden was. Lichamelijk was ik nog in een te goede toestand en met de tot dusver gebruikte methoden was men met mij niet verder gekomen en psychisch al helemaal niet. Dit werd mij later bijna woordelijk door een sergeant verteld. De daarop met nog kortere tussenpozen uitgevoerde mishandelingen overtroffen dan ook in wreedheid en bestialiteit alles wat ik daarvoor had doorgemaakt.

Of de daarvoor verantwoordelijken waren zich er niet van bewust welke zware lichamelijke letsels met blijvend gevolg hun maatregelen konden hebben, of ze hadden daadwerkelijk de bedoeling mij te vernietigen. Gelukkig lukte het mij door mijn medische kennis en met uiterste wilsinspanning het ergste te doorstaan.

Op een middag waren de wanden en de vloer van de cel zo met bloed besmeurd dat men mij om het op te ruimen een emmer water en een grote dweil gaf.
Op de vierde ochtend in deze cel en in totaal de dertiende dag brachten ze me plotseling in een doucheruimte. Hier kon ik mij wassen en scheren. Ik kreeg kleding en kwam in een gewone cel. Plotseling was de behandeling correct. Op 4 oktober 1945 zetten ze mij en mijn zes kameraden allerijl in een vrachtwagen en brachten ons naar Ludwigsburg. De reden voor deze plotselinge verandering heb ik intussen ervaren.

Aan vaststelbaar lichamelijk letsel had ik opgelopen:
Kale plekken op het hoofd door het uitrukken van plukken haar.
Een gescheurd trommelvlies met als gevolg daarvan wekenlange uitscheiding en ernstige bijverschijnselen.
Langdurige evenwichtsstoornissen en tot op heden verminderd gehoor van het rechteroor; vermoedelijke beschadiging van het binnenoor.
Een uiterst pijnlijke verwonding aan het rechteroog door herhaalde slagen met de vingernagels. Enkele dagen was het oog volledig gesloten, een ernstige bloedafscheiding welke dagen heeft geduurd, verder vlekken en flitsen voor de ogen. Later traden vertroebelingen in de oogbol op.
Wonden aan de lippen met blijvende littekens.
Tijdelijk loszitten van de bovenste snijtanden.
Op rug, zitvlak en bovenbenen bloeddoorlopen verkleurde huidplekken en striemen.
Builen op het hoofd.
Op beide zitvlakken handpalmgrote brandwonden van de tweede graad, die pas veel later genazen. Kleinere brandplekken over het hele lichaam, veroorzaakt door brandende sigaretten.
Ontelbare wonden en huidbeschadigingen door stoten met harde bezems.
Cirkelvormige bloedige inkepingen aan de onderarmen door knevelen.
Beschadiging van de binnenband der linkerknie met zwelling en handicap bij het lopen door zijdelings trappen tegen de kniewand.
Verwonding van het linker voetgewricht met bloeduitstortingen.
Zwellingen en loopbeperking door trappen op de voet.
Verwondingen aan de voetzolen door gedwongen met blote voeten lopen door grove as en steensplit.
Huidafschilferingen aan de scheenbenen en verwondingen aan nagelriemen van vingers en tenen.
Hartritmestoornissen en extrasystole welke nog steeds van tijd tot tijd optreden.

Het kan een toppunt van cynisme genoemd worden dat mijn kameraden en ik tijdens deze folteringen regelmatig naar een arts werden gebracht. Zijn taak was kennelijk slechts de nog aanwezige levensvatbaarheid te bepalen.
Hij verklaarde zich niet in staat, ondanks mijn talrijke verwondingen, mij te behandelen, wegens “een totaal gebrek aan medicijnen en verbandmiddelen voor buitenstaanders.” Enige behandeling heeft dan ook niet plaatsgevonden.

Deze beëdigde verklaring is afgelegd in Kreuzau über Düren (Reinland), Feldstrasse 14, op 6 november 1948.

Was getekend, Dr. med. A. Bender
(zegel, Küper, notaris.)
leiden wo2 spullen gezocht
Gebruikersavatar
BBB
Lid
Berichten: 1019
Lid geworden op: 16 jul 2005, 00:18
Locatie: Vlaanderen

Bericht door BBB »

wat was de reden tot deze "behandeling"?
Am Ende steht der Sieg
Voorheen bekend als 'bollebekboerke' op dit forum
Gebruikersavatar
Harro
Lid
Lid
Berichten: 4440
Lid geworden op: 03 nov 2004, 18:27

Bericht door Harro »

Is genoemde Hans Schmidt de oud SS'er, antisemiet, holocaustontkenner, national alliance lid, auteur en leugenaar? In dat geval hecht ik geen enkele waarde aan dit verhaal.
Gebruikersavatar
Leidenwo2
Lid
Berichten: 115
Lid geworden op: 15 nov 2005, 01:03

Bericht door Leidenwo2 »

Harro schreef:Is genoemde Hans Schmidt de oud SS'er, antisemiet, holocaustontkenner, national alliance lid, auteur en leugenaar? In dat geval hecht ik geen enkele waarde aan dit verhaal.
was bij mij niet bekend.

in dat geval kan het de prullebak in
leiden wo2 spullen gezocht
Gebruikersavatar
Seyffardt
Lid
Berichten: 1010
Lid geworden op: 08 jan 2004, 16:58

Bericht door Seyffardt »

Leidenwo2 schreef:
Harro schreef:Is genoemde Hans Schmidt de oud SS'er, antisemiet, holocaustontkenner, national alliance lid, auteur en leugenaar? In dat geval hecht ik geen enkele waarde aan dit verhaal.
was bij mij niet bekend.

in dat geval kan het de prullebak in
Die meneer Schmidt ( mij overigens niet bekend) mag dan zijn wie hij wil, maar is het verhaal dan opeens niet waar? Beetje kort door de bocht, zeker gezien het feit dat deze getuigenis absoluut niet op zichzelf staat :?
Gebruikersavatar
Harro
Lid
Lid
Berichten: 4440
Lid geworden op: 03 nov 2004, 18:27

Bericht door Harro »

Dat is niet kort door de bocht hoor.

Hans Schmidt
Das ehemalige Mitglied der Hitler-Jugend und der Waffen-SS reist 1949 in die USA ein und gründet im gleichen Jahr bereits die "German-American Anti-Defamation League", 1983 gründet er das "German-American National Political Action Committee" (GANPAC), beide Organisationen bleiben aber sein persönliches Ein-Mann-Unternehmen. 1983 ist er auch Teilnehmer bei der 5. "Revisionisten"-Tagung des Institute for Historical Review (IHR). 1989 erscheint in der Zeitschrift Liberty Bell ein Artikel von Hans Schmidt zu Hitlers 100. Geburtstag. Im gleichen Jahr erneut Teilnahme an der IHR-Tagung, 1995 veröffentlicht er einen Beitrag in den Staatsbriefen. Nach dem Fall der Mauer reist Schmidt wiederholt in die neuen Bundesländer zur politischen Agitation. 1996 kommt es vor dem Landgericht Schwerin zu einem Prozess wegen Volksverhetzung. Wegen seines schlechten Gesundheitszustandes wird Schmidt aus der Untersuchungshaft entlassen, was er zur Flucht in die USA nutzt. Neben der Herausgabe seiner GANPAC-Briefe hat Schmidt mehrere Briefe in der neonazistischen Publikation Sieg des Österreichers Walter Ochensberger veröffentlicht. Für seine deutschsprachige Leserschaft schreibt er die "USA-Berichte". In einem seiner Briefe behauptet er, die US-amerikanische Regierung erhebe für die Kennzeichnung koscherer Lebensmittel eine Steuer, die auf alle Bürger umgelegt werde (Siehe auch: "Kosher Tax").

Im Februar 1992 nimmt Schmidt an der von dem rechtsextremen Afro-Amerikaner Robert Brock organisierten Konferenz in Los Angeles zum Thema "Holocaust Studies and the First Amendment" als einer von drei (inklusive Brock selbst) Referenten teil. In seinem Buch "End Times/End Games" schreibt er von einer "zionistischen Unterwanderung der westlichen Regierungen" und bezieht sich dabei auf das antisemitische Falsifikat "Die Protokolle der Weisen von Zion". Seine Veröffentlichungen kreisen immer wieder um die angebliche Dominanz von Juden in den Medien und um "jüdische Verschwörungen". Dabei wird er oftmals offen antisemitisch:

"Was mich am meisten an den Juden stört, ist ihre immer wieder auftretende tiefgründige Unehrlichkeit. (. . .) Ein besonders krasses Beispiel für die tiefgründige Unehrlichkeit der meisten Juden (. . .) ist die ständige Leugnung jüdischer, übergroßer Macht. (. . .) (Es ist) natürlich unabdingbar, daß die Juden in Deutschland gehätschelt und gepflegt werden, eben wie es in der Natur einem Parasiten zusteht."

Anfang 2002 wendet er sich wieder der Rehabilitation der NS-Zeit zu und veröffentlicht ein weiteres Buch, das den Titel "SS Panzergrenadier" trägt. Schmidt bringt es im Eigenverlag heraus und vertreibt es auch selbst. Dieses Buch stellt er bei der Third International Conference on Authentic History and the First Amendment vor, die von der "revisionistischen" Zeitschrift Barnes Review vom 14. bis 16. Juni 2002 in Washington durchgeführt wurde. Herausgeber ist Willis Carto, der nicht nur der Gründer des Institute for Historical Review (IHR) ist, sondern zahlreiche weitere Organisationen formiert hat und andere antisemitische Publikationen herausgibt. In seinem Vortrag macht Schmidt keinen Hehl aus seiner Mitgliedschaft bei der SS und teilt der Zuhörerschaft mit starkem deutschen Akzent mit, er sei stolz darauf, Teil dieser Organisation gewesen zu sein, die in den Nürnberger Prozessen als kriminell eingestuft wurde. Einleitend berichtet er auch, dass er im Falle der Einreise nach Deutschland eine 30-monatige Haftstrafe absitzen müsse. Sein Vortrag hat "Das Ende der Ritterlichkeit" zum Thema, welches für ihn ab 1945 einsetzt. Dieser Vorwurf Schmidts richtet sich an Amerika sowohl als Besatzungsmacht im besiegten Deutschland als auch bei aktuellen militärischen Einsätzen. Die Vereinigten Staaten würden damals wie heute die internationalen Konventionen missachten, so Schmidt. In diesem Zusammenhang verweist er auf das Buch des kanadischen Journalisten James Bacque über die Zahl der Toten in den Gefangenenlagern der westlichen Alliierten nach 1945, vergisst dabei aber zu erwähnen, dass dessen Berechnung der Todesziffern von Historikern als wissenschaftlich völlig unhaltbar zurückgewiesen wurde.
Gebruikersavatar
Seyffardt
Lid
Berichten: 1010
Lid geworden op: 08 jan 2004, 16:58

Bericht door Seyffardt »

Duidelijk verhaal en ik begrijp je reserve tegenover deze man, maar nogmaals, getuigenissen over na-oorlogse gevangenkampen zijn er legio, en niet alleen van figuren als die Schmidt.
Gebruikersavatar
Leidenwo2
Lid
Berichten: 115
Lid geworden op: 15 nov 2005, 01:03

Bericht door Leidenwo2 »

Seyffardt schreef:Duidelijk verhaal en ik begrijp je reserve tegenover deze man, maar nogmaals, getuigenissen over na-oorlogse gevangenkampen zijn er legio, en niet alleen van figuren als die Schmidt.
True True

Ik heb ooit een boekje gelezen over joods kampen na de wo2! waar duitse civilisten werden gefolterd
leiden wo2 spullen gezocht
Plaats reactie