Kalasjnikov groeide op in een boerenfamilie en rondde de middelbare school niet af. In 1938, op 19-jarige leeftijd, trad hij in militaire dienst. Hij was werkzaam als tankmonteur en voerde later het commando over een T34-tank. In oktober 1941 raakte hij bij Brjansk zwaar gewond. Naar verluidt hoorde hij in het ziekenhuis soldaten klagen over hun geweren, waarna zijn carrière als wapenontwerper begon. Tijdens de oorlog ontwierp hij een machinepistool - dat echter niet in gebruik werd genomen - en in 1947 voltooide hij de ontwikkeling van een nieuw aanvalsgeweer, de AK-47, dat het standaardaanvalsgeweer van het Sovjetleger werd. Kalasjnikov was op dat moment amper 28 jaar oud.
Nog vele andere wapenontwerpen zouden volgen. Kalasjnikov werd regelmatig gevraagd of hij er spijt van had van de AK-47 te hebben uitgevonden, aangezien geen enkel ander vuurwapen in de afgelopen vijftig jaar zoveel doden heeft veroorzaakt, maar daar antwoordde hij steevast ontkennend op.
"Ik heb het wapen uitgevonden voor de verdediging van ons moederland. Ik heb er geen spijt van en draag geen verantwoordelijk voor de wijze waarop politici er gebruik van hebben gemaakt," aldus Kalasjnikov. Tegelijkertijd zei hij dat hij het betreurt "dat het wapen door terroristen wordt gebruikt ... Ik had liever een een machine uitgevonden waar mensen van gebruik kunnen maken en die boeren kan helpen bij hun werkzaamheden - een grasmaaier bijvoorbeeld."

Michaïl Kalasjnikov, 10 november 1919 – 23 december 2013