Ad blocker detected: Our website is made possible by displaying online advertisements to our visitors. Please consider supporting us by disabling your ad blocker on our website.
Hierbij mijn eerste topic Hoe zit het nou eigenlijk met het markeren van de uitrusting (of uniformen) van US GI soldaten met de desbetreffende identiteit van de soldaat; er zijn genoeg voorbeelden waarbij de uitrusting gemarkeerd is maar ook genoeg voorbeelden waarbij er geen markering aanwezig is. Was het officieel verplicht om de uitrusting te markeren met de identiteit van de soldaat en werd dit dan door een speciale sectie verricht? Geeft het ook iets aan, dat wanneer de uitrustingsstukken ongemarkeerd zijn ze vaak minder in het strijdtoneel zijn gebruikt?
Je markeerd je spullen om:
-Te zorgen dat je spullen niet door anderen gestolen wordt. Dan bij verlies sneller terug kan krijgen.
-Ingeval dat je sneuvelt je ook aan de hand van je spullen geidentificeerd kan worden.
De een markeert zo'n beetje alles en de ander vrijwel niets. Sommigen markeerden een onderdeel van de webbing en sommigen elk onderdeel van de webbing.
Hoe het precies zat bij de Amerikanen in wo2 durf ik niet met 100% zekerheid te zeggen. Ik vermoed dat het voor een groot deel aangeraden werd maar niet verplicht. Als je je kleding laat wassen kan je aan de hand van je nummer deze weer terugkrijgen. je kan ook een prive persoon proberen te vinden en deze de was laten doen.
Kortom markeren gebeurde door de persoon zelf, niet verplicht (maar wel aan te raden)
Ongemarkeerd materiaal werd ook in de strijd gebruikt.
And not all the monkeys are in the zoo.
Every day you meet quite a few. (Swinging on a Star) Anne Shelton 1944
Ik kan je wel vertellen hoe dat in het (vooroorlogse) Nederlandse leger werkte. Waarschijnlijk was dat ook zo in buitenlandse legers.
- Kleding wordt gemarkeerd om het in de militaire wasserij weer terug te kunnen vinden. Omdat het in het Ned. leger heel lang verplicht was om de kleding "in de was te geven" (in plaats van zelf thuis te wassen) was het markeren van de kleding middels een "kleedingnummer" verplicht. Indien geen wit label aanwezig werd het nummer op een lint katoen geborduurd of met watervaste inkt geschreven, waarna het lint (zg. waslint) in de kleding werd genaaid.
- bepaalde uitrusting, zoals gasmaskers, werd gemarkeerd omdat het persoonsgebonden was. Niet-persoonsgebonden uitrusting werd niet gemarkeerd, ook nergens voor nodig. Schrijven met stift of watervaste pen op uitrusting was (is) verboden. De uitrusting is niet van jou maar van de Staat en moet na jouw afzwaaien ook door een ander gebruikt kunnen worden, dát was de idee erachter.
- Het na-oorlogse Ned. wasnummer bestond (bestaat) in de regel uit de eerste drie letters van je achternaam, gevolgd door het volgnummer van je registratienummer (laatste drie cijfers dus). In mijn geval: BRU189
Het was in verband met vijandelijke onderkenning van persoonsgegevens niet toegestaan hele namen, oordsnamen e.d. in je kleding en/of uitrusting te zetten. Ook onderdeelsnamen of ~nummers zijn verboden.
Voor directe herkenbaarheid van eigen uitrusting knoopte de man wel eens iets kleins aan de buitenkant van pukkel of ransel, zoals een gekleurd touwtje o.i.d. Mijn uitrusting herken ik snel aan een in elkaar gedraaid zwart-rood touwtje.
Voor herkenning van gesneuvelden dient het herkenningsplaatje. Andere aanwijzingen zoals wasnummer e.d. dienen dan als bevestiging maar niet als identificatie.
BSM Williams in <it ain't half hot, mon>:
"Oh dear. How sad. Never mind."