De Panther had verscheidene goede eigenschappen. Om te beginnen was er het lange 75mm kanon dat superieur was aan het 88mm kanon van de Tiger I. Het kanon vuurde granaten af met een hoge aanvangssnelheid wat resulteerde in de grote penetratiekracht van de granaat. Het kanon had een nauwkeurig en snel te bedienen richtsysteem wat de kans op een treffer aanzienlijk groter maakte dan bij de Sovjettanks het geval was. Doordat de Panther een voor die tijd betrekkelijk ruime koepel had kon het kanon redelijk snel herladen worden (de koepel van de T-34 was bij de eerste versies zo klein dat de commandant ook het kanon moest laden).
Ook had de tank afgeschuinde bepantsering die men van de T-34 afgekeken had. Dit zorgde voor een extra sterke bepantsering wegens het afketsingseffect en het is een efficiëntere manier om een gegeven volume met pantser te omhullen. Ondanks een gewicht dat dertien ton lager lag, was de Panther zo beter beschermd dan de Tiger I. Hoewel de motor (die een variant was van die van de Tiger I) last bleef houden van overmatige slijtage leverde de Panther betere prestaties op onverhard wegdek dan de meeste middelzware tanks van de Amerikanen en de Britten. Daarnaast zat de transmissie aan de voorkant van de tank wat de kans dat de bemanning een treffer aan die kant kon overleven nog groter maakte. De ophanging met de brede rupsbanden zorgde ervoor dat de Panther niet wegzakte in de Russische modder en sneeuw, of in de zachte Nederlandse bodem. Ze braken daardoor minder snel dan bijvoorbeeld de rupsbanden van de M4 Sherman. De overlappende wielen zorgden voor goede prestaties op onverharde grond en een extra-stabiel vuurplatform waardoor het kanon na het stoppen van de tank om een schot te lossen, sneller stil lag.

en zeg nou zelf....Het ziet er ook nog eens zeer indrukwekkend uit
