jurgen schreef:Kunnen die "fouten" ook iets in de trant zijn van een model wapen dat gewoon niet vermeld staat?
Bv. (ik zeg nu maar iets) er worden verschillende versies van een mosin nagant vermeldt maar eentje die een ander kaliber heeft gekregen staat er niet bij.
Ik heb al meermaals gehoord dat men zo ook genaaid wordt omdat men een wapen, dat voor de rest bijna niet verschilt van andere modellen, dan toch niet mag hebben.
Hallo Jurgen .
Dit heb ik kunnen vinden op de site van
http://www.wapenunie.be/node/275
Wij stellen soms vast dat wapens te koop worden aangeboden als "HFD-wapens", terwijl deze vergunningsplichtig zijn. Zo bijvoorbeeld wordt de Mosin-Nagant model 1891-30 als vrij verkrijgbaar beschouwd. Echter, dit wapen komt niet voor op de lijst. Verkeerdelijk was het wapen wel vermeld in de lijst die op 2 augustus 2007 in het Staatsblad verscheen. De fout werd rechtgezet door een erratum dat op 4 april 2008 verscheen.
De gouden regel is dus om alvorens een HFD-wapen aan te kopen steeds zorgvuldig na te kijken of het wapen op de lijst voorkomt. Alle kenmerken (kaliber, land van oorsprong, benaming, type en model) moeten overeenstemmen.
Als het wapen niet op de lijst staat, dan is het vergunningsplichtig. Sommige handelaars zijn niet altijd even goed op de hoogte van de juiste lijst.
Wie een wapen verwerft of in bezit houdt en er verkeerdelijk van uitgaat dat het een hfd-wapen is (b.v. een Mosin-Nagant 1891/30 zonder vergunning), riskeert een zware geldboete en/of gevangenisstraffen alsook verbeurdverklaring van de wapens. Ook wie een wapen overdraagt dat vergunningsplichtig is aan iemand die geen vergunning heeft voor het wapen begaat een inbreuk op de wapenwet. Elke veroordeling wegens overtreding van de wapenwet sluit trouwens ook toekomstig wapenbezit uit.
Voorzichtigheid is dus geboden !
Update 3 december 2008:
Ondertussen vernemen we dat zelfs de proefbank voor Vuurwapens ten onrechte attesten aflevert waarin wordt bevestigd dat de Mosin 1891/30 een wapen voor wapenrekken is. Dergelijke attesten zijn waardeloos. De wettelijke opdracht van de proefbank is ertoe beperkt wapens te proeven. In tegenstelling tot wat het geval was onder de wet van 3 januari 1933, is de proefbank niet langer bevoegd om vragen over de indeling van wapens te beantwoorden. Enkel de minister van Justitie, die belast is met de uitvoering van de wet, kan zulks nog doen, bijvoorbeeld via de federale wapendienst. Een attest van de proefbank dat manifest ingaat tegen de uitdrukkelijke bepalingen van het KB van 21 september 1991 is dus waardeloos. Het voorbeeld van de Mosin 1891/30 is des te frappanter, daar de regelgever een erratum publiceerde op 4 april 2008 waarin het wapen uitdrukkelijk wordt verwijderd... Duidelijker kan het dus niet, en het is dan ook onbegrijpelijk dat de proefbank dergelijke attesten aflevert.
zoek en ge zult vinden en door het juist te doen vreest gij niemand.