‘Opgraven van het Halifax-wrak bij Hank is een erezaak’

Over het hier en nu (nieuwsberichten, actualiteiten en dergelijke, in relatie met WOII)
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Roel R.
Lid
Berichten: 5675
Lid geworden op: 21 sep 2003, 01:50
Contacteer:

‘Opgraven van het Halifax-wrak bij Hank is een erezaak’

Bericht door Roel R. »

Na zestig jaar een echt graf

Gepubliceerd op: 27 juli 2004

Door Albertine Piels

‘Opgraven van het Halifax-wrak bij Hank is een erezaak’

Nog zo'n twee- é driehonderd vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog zitten in de Nederlandse bodem verborgen. Een Britse bommenwerper ligt in de polder bij Hank. Ruim een halve eeuw later heeft de gemeente besloten het vliegtuig te bergen.

Anton van der Pluijm (78 ) ziet hem nog zitten tegen de dijk. De overleden boordschutter George Butler van de Halifax LV 905. Van der Pluijm haalde Butler uit het wrak. Het beeld staat op zijn netvlies gebrand. De Halifax, een Britse bommenwerper, werd in de nacht van 24 op 25 mei 1944 uit de lucht geschoten door een Duitse nachtjager boven Hank.

Het toestel boorde zich in de dijk van de ‘Kromme Holle’, in de polder achter het huis van de toen 18-jarige Van der Pluijm.

"Het was een uur of zes, toen de Duitsers me riepen: Mitkommen. Samen met nog wat anderen moest ik de stoffelijke resten van twee mannen bergen die uit het vliegtuig waren geslingerd. Zoiets vergeet je nooit meer."

Hij ruimde ook de brokstukken van de vleugels en de staart op. Het voorste gedeelte van de bommenwerper heeft hij nooit gezien. Door het gewicht van de motoren was het weggezakt in het moeras achter de dijk. Van der Pluijm heeft geen twijfels. De overige vijf bemanningsleden zitten nog steeds in het vliegtuig.

"Ik heb ze er niet uitgehaald en niemand anders heeft naar ze gezocht. Het was verboden om in de buurt te komen. De Duitsers hebben zelfs een man in zijn been geschoten toen die te dichtbij kwam. Die jongens liggen daar nog. Ik weet het zeker."

Maar niet meer voor lang. Na een lange politieke discussie over de kosten heeft de gemeenteraad van Werkendam, waar Hank onder valt, de knoop doorgehakt. Het had echter niet veel gescheeld of er was nooit een schop de grond in gegaan. Het college van burgemeester en wethouders was tegen berging en de raad gaf met de kleinst mogelijke meerderheid (elf tegen tien) het groene licht.

De Stichting Berging Halifax 1944 moest wel 25.000 euro op tafel leggen, naast de geschatte 250.000 euro die voor rekening van de gemeente en de overheid komt. Die 25.000 euro waren geen probleem. Met giften uit binnen- en buitenland was het bedrag vorige week al bijeen gebracht.

Al vijftien jaar lobbyt Anton van der Pluijm voor berging. "Die jongens zijn nooit uit mijn gedachten verdwenen. Al die tientallen jaren niet. Ze vochten voor onze bevrijding en betaalden daar de hoogste prijs voor."

Van der Pluijm krijgt van allerlei kanten steun. Zelfs van prins Bernhard. De prins, een vliegenier in hart en nieren, is voorstander van de berging. Hij wil graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. En zijn secretaris vroeg assistentie aan de initiatiefnemers van de berging van een Wellington-bommenwerper in De Ronde Venen.

Cees de Veer, voormalig topman van het Nederlandse leger en sinds een jaar inwoner van Hank, zet zich ook in voor de Halifax. Hij kan genoeg soortgelijke situaties uit zijn loopbaan opnoemen. "Vermissing is vreselijk. De nabestaanden hebben te maken met een martelende onzekerheid. Het is heel belangrijk dat ze bloemen op een graf kunnen leggen. Het is voor mij een erezaak. Je kunt ze niet in een wrak onder de grond laten liggen. Daar hebben ze niet om gevraagd. Het liefst waren ze naar huis gegaan."

"Het is hoog tijd voor een echt graf", zegt Philip de Witt, secretaris van de Stichting Berging Halifax 1944. De stichting werd twee jaar geleden opgericht om de belangen te behartigen van de nabestaanden. Het is volgens De Witt bijna onmogelijk om alles vanuit Canada en Groot-Brittannië te regelen.

Vlak voor de oprichting van de stichting kwam voor het eerst de vraag om berging binnen. De nabestaanden hebben nooit geweten dat hun familieleden in de polder bij Hank lagen. Roy Peterson, de broer van navigator Sidney Peterson, legde in 1957 bloemen bij de steen van zijn broer op de militaire begraafplaats Jonkerbos bij Nijmegen. Het was een leeg graf. Net na de oorlog was het gebruikelijk om de persoonsgegevens van vermiste of niet geïdentificeerde bemanningen op de steen te vermelden. Via via hoorde hij van het werkelijke verhaal, dat de Archiefkring Hank had uitgezocht.

Een paar weken later stond de Canadees in de Hankse modder. ‘Onze voeten zakten diep weg in de natte klei. Ik kreeg het gevoel dat de klei ons niet wilde laten gaan. Daar ligt mijn broer, met zijn vrienden. Nog steeds op zoek naar de rust die ze ons een halve eeuw geleden gaven. Ik denk dat ik hem nu gevonden heb, maar op de een of andere manier is hij nog steeds vermist’, schreef Peterson zo’n twee jaar geleden in de krant Vancouver Sun.

Het is geen eenvoudige klus om de bommenwerper te bergen. Bergingsofficier Hans Spierings stuurt de hele operatie, maar hij komt pas in actie na een telefoontje van de gemeente. Zij geeft het startsein.

De Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht en de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) van de luchtmacht voeren samen met een civiel bedrijf de berging uit. Voordat er een schop in de grond gaat, wordt eerst de plaats van het wrak bepaald. Geen probleem, volgens Anton van der Pluijm. "Ik weet nog precies waar-ie ligt."

Met zijn geheugen bleek niets mis toen Spierings vijf jaar geleden voor een vooronderzoek langskwam met een ijzerdetector. Op zo’n 3,5 meter diepte zit ijzer in de grond. Waarschijnlijk de zwaardere onderdelen, zoals de motor en het landingsgestel.

De berging start met voorbereidende werkzaamheden, zoals het omlaag brengen van het grondwater. Dan is het een kwestie van afgraven, laagje voor laagje. Eerst met een kraan. Waarschijnlijk zitten in de eerste halve meter de eerste onderdelen. De eigenaar van de landbouwgrond kwam met ploegen regelmatig metaal tegen. Alle onderdelen uit het gat van 25 bij 25 meter worden schoongespoeld, beschreven en bewaard. De grond uit de kuil, een mengsel van zand en klei, wordt nog eens gezeefd op minuscule onderdelen.

Bij grote brokstukken komt er een schop aan te pas, en bij belangrijke onderdelen, zoals de cockpit en eventuele explosieven, gaan de bergers bijna archeologisch te werk. "We gaan op de knietjes en graven de grond met kleine harkjes weg."

De EOD komt in actie als er explosieven worden gevonden. De Identificatiedienst bemoeit zich alleen met de stoffelijke resten. "Het ligt aan de bodemsamenstelling in wat voor staat de lichamen verkeren. Soms vinden we alleen botten. Het komt ook voor dat we kleding vinden, maar het bot is vergaan. Hopelijk vinden we tanden en kiezen of naamplaatjes, want dat maakt de identificatie een stuk gemakkelijker", aldus Spierings.

Voor Anton van der Pluijm en Roy Peterson heeft het lang genoeg geduurd. "We willen het nog graag meemaken.“"

Meer info: http://www.hank.nl/halifax1944

Halifax
Er zijn in totaal 6176 Halifax- bommenwerpers gemaakt. Het toestel heeft een spanwijdte van bijna 32 meter, een lengte van ruim 30 meter en een hoogte van ruim 6 meter.

De Halifax kan maximaal 5898 kilo aan bommen vervoeren en is bewapend met negen machinegeweren.

De topsnelheid ligt rond de 446 kilometer per uur.

De Halifax was een van de beste Britse bommenwerpers uit de Tweede Wereldoorlog. Alleen de Lancaster presteerde beter door haar grotere laadvermogen.

Bron: BN/DeStem
Gebruikersavatar
Zitadelle
Lid
Berichten: 798
Lid geworden op: 22 jul 2004, 19:03
Locatie: Apeldoorn
Contacteer:

Bericht door Zitadelle »

Ik vind eigenlijk dat ze het al moeten doen voor de vermiste bemanningsleden die er nog in zitten.
http://www.t-kwadraat.nl/

It takes one tree to make a thousand matches, and it takes one match to burn a thousand trees.
Plaats reactie