Schuitje/ veldmuts 17 R.I. welk model?

[A. de Koster]

Kan iemand vertellen welk model dit is? Het is geen M1912 en ook geen M1931 toch denk ik eerder WO 1 dan WO 2 maar kan er in Thaelens niks van erug vinden.

[Erik]

Het is een Buiten Model veldmutsje en zo te zien niet gefabriceerd naar de officiële opgave van het Rijk (kleermakers die uniformen maakten hadden deze specificaties in huis) Het is wel overduidelijk gemodelleerd naar het oud model veldmuts.
Ik vind 'm wel erg leuk! Heb je kolonel Nyland al even opgezocht in de ranglijsten?

[A. de Koster]

Hoi Erik,

Bedankt voor je antwoord. Nee, ik heb hem nog niet opgezocht want ik heb die lijst niet. Is die toevallig online te vinden?

Groeten,

Adrie

[Erik]

Hey Adrie,

de ranglijsten officieren werden tot voor een paar jaar geleden jaarlijks uitgegeven, elk jaar heeft dus zijn eigen uitgave. In de lijst opgenomen alle bekende officieren, reserve-officieren en KNIL-ers die op dat moment dienst doen of opgeroepen kunnen worden. Per man de geboortedatum, datum in dienst treden, bevorderingsdata, onderscheidingen en huidige werkplek.
Nee, dat staat niet op het internet, ik kan me voorstellen dat niemand de moeite zal nemen boekjes van plm. 500 pagina's dik even in te scannen!

Het mutsje is duidelijk van vroege signatuur zoals je terecht opmerkte. Ik heb alleen de ranglijsten van de jaren dertig en de kans is groot dat betreffende kolonel (die dus al in de vroege periode kolonel was) er niet meer in staat vanwege zijn uit-dienst treden.
Wellicht dat er onder de forumbezoekers mensen zijn met ranglijsten uit pakweg 1920? Dan zal-ie zeker te traceren zijn!

17RI (huidig stamregiment is Regiment Limburgse Jagers) is in 1913 gevormd uit 6RI (het 'Roemruchte Zesde' uit Breda, waarvan de onderofficieren de grondleggers zijn van de huidige Nijmeegse wandelvierdaagse) Het 17e is in 1914 meteen naar z'n oorlogsbestemming vertrokken, intussen werd een kazerne voor ze gebouwd. Dat was de in 1917 gereedgekomen 'Isabella-kazerne' te Vught. Heel erg lang hebben ze daar niet gezeten. Met de nieuwe Wet op de Dienstplicht van 1922 werd er danig gekort op Defensie en de parate troepen verdwenen. Per regiment bleven nog een paar instructie-compagnieën ten behoeve van de opkomsten bestaan. Ook locaties veranderden.
De vier vredescompagnieën Wielrijders die door den lande waren verspreid werden gecentraliseerd op de Isabellakazerne (en werden zo 'bataljon Wielrijders', in 1924 zelfs 'Regiment Wielrijders') en het 17RI verkaste naar Venlo. Daar hebben ze tot 1939 gezeten.

Na de oorlog werden de genummerde regimenten teruggebracht naar de stam van 8 (in de praktijk de stam van 11) Dat betekende voor 17RI dat zij 'terugging' naar haar moedereenheid, 6RI. Enkele jaren later vervielen de nummerregimenten; deze werden in een aantal gevallen gebundeld en ondergebracht in naamregimenten. In 1953 werd bepaald dat 6RI (was nog niet ondergebracht) deel zou gaan uitmaken van het Regiment Limburgse Jagers (2 en 11RI) RLJ bewaart haar tradities; zij zet deze echter niet voort.
De kazerne in Venlo bestaat nog maar is lang geen militair object meer. Hier heeft na de oorlog heel lang het Regimentsbureau Limburgse Jagers gezeten.
Van 6RI is nog als bijzonderheid te vermelden dat plm. 50 jaar na haar opheffing nog een cravatte aan haar vaandel is bevestigd door toenmalig koningin Beatrix (1998) Niet aan het huidig vaandel der Limburgse Jagers dus, maar echt aan het vaandel 6RI.

[A. de Koster]

Hoi Erik,

Bedankt voor je zeer uitgebreide antwoord. Ik heb het even geknipt en geplakt voor mijn eigen archief!! Nee, 500 pagina's scan je niet even . Hoop wel dat ik hem kan traceren dus hoop dat iemand de vroege versies heeft. Ben benieuwd of hij dus echt WO 1 wat ik persoonlijk hoop want daar ligt toch mijn zwak. Ben er in ieder geval blij mee, mijn vrouw niet , want de vitrinekast puilt al aardig uit....

In ieder geval heel erg bedankt Erik!!

[Erik]

En jij ook bedankt! Je herinnerde me eraan dat ik ranglijsttechnisch toch wel wat werkjes in huis moest halen om WO1 een beetje te 'dekken'. Aldus is geschied!
Ranglijst 1914 kent vier Nijlands (geen Nyland zoals de man zelf spelde); een tweede Luitenant, twee eerste Luitenants en een overste van de Landweer (reserve-officier dus) Deze laatste, J.C.C. Nijland is geboren in 1859 en in 1914 dus Luitenant-kolonel. Een andere J.C.C. Nijland wordt ook genoemd, een subaltern officier bij de infanterie (Elnt)
Op naar 1920!
Er wordt nog maar één J.C.C. Nijland genoemd die in 1920 kapitein is. Deze Nijland (geb. 1885) is in aug 1918 kapitein geworden. Van de andere J.C.C. Nijland, geb. 1859, geen spoor. Logisch, in 1920 is deze man al 60-61 jaar en daarmee, nu er geen mobilisatie of oorlog is, met leeftijdsontslag en niet meer oproepbaar (of overleden)

Voorzichtige gevolgtrekking:
Jouw kolonel Nyland is bekend in 1914 als Lkol der Landweer-Infanterie als J.C.C. Nijland. Hij is dan 54-55 jaar oud.
Waarschijnlijk (...) is de man in dienst gehouden en bevorderd. Waarschijnlijk (...) is hij in 1919, zoals de meeste Landweermannen, gedemobiliseerd of, in een slecht geval, reeds overleden.

Weer een voorzichtige gevolgtrekking:
De Landweer kende een organisatie in bataljons (48), oplopend genummerd. Een bataljon stond onder bevel van een majoor of overste. Hogere rangen zaten alleen bij de staven.
Misschien is J.C.C. toegevoegd geweest bij het 17e regiment maar gezien zijn rang geloof ik dat niet. Tenzij beide J.C.C.'s familie zijn geweest en de jongste zijn vaders veldmutsje gebruikt heeft in zijn tijd als kolonel bij het 17e (als-ie daar al bij gezeten heeft, ik denk het niet), denk ik dat de nummers na-geplaatst zijn. De jonge J.C.C. is inderdaad kolonel geworden; kolonel van Loon noemt hem in een verslag (zie: http://www.grebbeberg.nl/index.php?page ... ant-24-r-i)

Final: ik denk, gezien het model van het veldmutsje, het heeft behoort bij de jonge J.C.C. die later zeker weten kolonel is geworden. Officieren droegen in de mobilisatie liever een pet (M1912), vooral oudere officieren. Het mutsje is van makelij zoals in model gebruikelijk tot plm. 1934. Waarom die '17' erop zit kan ik niet achterhalen. De jonge J.C.C. was midden jaren dertig commandant van de V.L.S. korpsen motordienst, luchtwachtdienst en vaartuigdienst.

[A. de Koster]

Erik,

Hartelijk dank voor je uitgebreide uitleg!!! Had het niet gezien. Ik ga het uitprinten en erbij doen. Maakt de geschiedenis compleet!!!