wetenschapsvragen deel 8

Digitale ontmoetingsplek. Hier kunnen berichten geplaatst worden die niet in een van de andere categorieën passen.
Gesloten
Gebruikersavatar
okke
Lid
Berichten: 3369
Lid geworden op: 25 feb 2003, 20:31
Locatie: Rosmalen
Gegeven: 3 keer

wetenschapsvragen deel 8

Bericht door okke »

wetenschapsvragen deel 8

Een aantal vragen uit de Nationale Wetenschapsquiz van de voorgaande jaren. Ga niet naar de vragen zelf op zoek op internet, maar je mag desnoods wel op de onderwerpen zoeken. Zolang het maar niet de directe vragen van de Nationale Wetenschapsquiz betreft.


1. Tropische orkanen kunnen alleen bestaan in gebieden waar:

A. Het zeewater warmer is dan 27 graden Celsius.
B. De passaatwinden harder waaien dan windkracht 6.
C. Het temperatuurverschil tussen het aardoppervlak en de hoge atmosfeer meer is dan 70 Kelvin.


2. Een langwerpig aquarium staat met zijn uiteinden op twee weegschalen. Beide weegschalen geven hetzelfde gewicht aan. Aan een van de twee uiteinden van het aquarium druk je een bal gedeeltelijk onder water. Wat gebeurt er ?

A. Aan de kant waar je de bal in het water drukt, wijst de weegschaal een lager gewicht aan dan de weegschaal aan de andere kant.
B. Beide weegschalen wijzen hetzelfde gewicht aan.
C. Aan de kant waar je de bal in het water drukt, wijst de weegschaal een hoger gewicht aan dan die aan de andere kant.


3. Een ei ontploft als je het in de magnetron verhit, maar ontploft niet wanneer je het in een pannetje water kookt. Hoe komt dat?

A. In kokend water verhindert de hydrostatische druk dat het ei ontploft.
B. De magnetronstraling verbreekt de natuurlijke cohesie van de eiwitten.
C. In de magnetron kan de temperatuur van een ei oplopen tot boven de 100 graden Celsius.


4. Bij het onthouden van een route oriënteren mannen zich anders dan vrouwen. Klopt dit?

A. Ja, dit is volledig sociaal bepaald.
B. Ja, dit is een kwestie van hormonen.
C. Nee, dit is een achterhaalde behavioristische opvatting.


5. Vóór een concert stemt een muzikant zijn fluit. Tijdens de uitvoering wordt het instrument warm door de felle podiumbelichting. Heeft dit invloed op de stemming van zijn fluit?

A. Ja, de toonhoogte stijgt.
B. Nee, de toonhoogte blijft gelijk.
C. Ja, de toonhoogte daalt.
Zelf Denken Samen Leven - Humanistisch Verbond
Gebruikersavatar
Willem ter Haar
Lid
Berichten: 1270
Lid geworden op: 27 jul 2003, 15:18
Locatie: Barneveld (Gelderland)
Contacteer:

Bericht door Willem ter Haar »

ABCBC

En waarom?

1 orkanen ontstaan meestal boven het warme zeegedeelte en niet boven land. Antwoord A.

2 Vloeistof heeft de eigenschap de druk te verdelen over de oppervlakte die het heeft. Door aan de ene kant meer druk toe te voegen zal die verdeeld verdeeld worden over het oppervlakte. Antwoord B.

3 Dat de temperatuur van water niet hoger dan 100 graden celcius kan worden klopt. Boven deze temperatuur grens is het waterdamp. In een magentron kan het wel. Het is verder een pure gok. Antwoord C.

4 De ontwikkeling van de hersenen word al tijdens de ontwikkeling van de vrucht, dus nog in de baarmoeder, beïnvloed door hormonen. De kronkels van mannen en vrouwen in de bovenkamer zijn anders gespecialiseerd. Mannen zijn daar door meer technisch ingesteld dan vrouwen. Dit is een gemiddeld beeld en kan sterk anders zijn bij de verschillende individuen. Antwoord B.

5 Ik hoop dat het een metale fluit is. Door temperatuur stijging word het metaal langer. Als de fluit dus langer word zal de toon dalen. antwoord C

Is deze van hout dan zal door tempertauur stijging het hout krimpen. Door krimpen zal de toon hoger worden. In dat geval is het antwoord A. Maar ik ga er van uit dat het metaal is dus antwoord C.
Als iedereen hetzelfde denkt, dan denkt er iemand niet na. (generaal George S. Patton)
Gesloten