Het KK was vanaf midden 1942 in gebruik en verving het kleine metalen buisje (in het Russisch simpelweg medaljon) waarin een papiertje zat waarop de militair een paar basisgegevens over zichzelf had geschreven. Vele soldaten geloofden echter dat het invullen van dit papiertje gelijk stond aan het schrijven van je doodvonnis, en dus deed lang niet iedereen dit. Het buisje werd dan ook veelal gebruikt om een sigaret, een paar lucifers of tabak in te bewaren. Op 17 november 1942 werd het buisje echter pas officieel afgeschaft. Het KK werd officieel al op 7 oktober 1941 ingevoerd, maar pas in de zomer van 1942 hadden alle frontsoldaten er een.
Ik haal weer de interessantste pagina's er uit.
De voor- en achterkant:

De Wit-Russische Nikolai Timofejevitsj Ivasjkevitsj werd in 1901 geboren in Wit-Rusland. Hij werd directeur van een Sovchoz en werd laat in de oorlog (toen de Sovjets Wit-Rusland heroverden) opgeroepen door een Regionaal Militair Commissariaat in Minsk. Ivasjkevitsj kwam namelijk pas op 8 juli 1944 bij het Rode Leger. Hij diende in de 5e Compagnie van het 1e Zelfstandige herstelbataljon (herstellen in de zin van weer gezond worden, nog nooit deze term in een militaire eenheid gezien, zal wel een medische eenheid betreffen). De linker pagina is op 11 februari 1945 door de compagniescommandant ondertekend.

Kameraad Ivasjkevitsj was woonachtig in het dorpje Stoepoerevo in de rayon Arsjansky, oblast Vitebsk, Wit-Rusland. Zijn echtgenote heette Daria Nikitovna Ivasjkevitsj.
Rechts Ivasjkevitsj' onderdelen. Voordat hij op 29 januari 1945 bij het 1e Zelfstandige Opknapbataljon werd ingedeeld, diende hij in het 426e Jagerregiment van de 88e Jagerdivisie (vanaf 26 juli 1944).

De volgende pagina bevat gegevens omtrent "wanneer en waar hij participeerde in de strijd en waarvoor hij werd onderscheiden". Hier wordt alleen vermeld dat Ivasjkevitsj diende in het 3e Wit-Russische Front (vanaf 26 juli 1944) en hij al op 30 juli 1944 "buiten gevecht werd gesteld"...
Maar blijkbaar overleefde Ivasjkevitsj deze verwonding (neem ik aan), want de rechter pagina geeft aan welke uniformstukken hij eind januari 1945 kreeg: een wintermuts, een helm, een veldjasje (gimnastjorka) en een katoenen broek.

Dit wordt vervolgd op de volgende pagina: hij kreeg ook een hemd, een onderbroek, voetwindsels voor zomer en winter, schoenen en beenwindsels...

...en een gordel- en broekriem.
