Ad blocker detected: Our website is made possible by displaying online advertisements to our visitors. Please consider supporting us by disabling your ad blocker on our website.
De druk op het Joods Maatschappelijk Werk (JMW) om geld vrij te maken voor schadeloosstelling van Joodse oorlogswezen neemt toe. Ongeveer honderd wezen hebben een petitie gestuurd.
De oorlogswezen, die hun ouders in de Tweede Wereldoorlog verloren, vragen het JMW om 7,6 miljoen euro uit de nalatenschap van ’slapende’ joodse voogdij-instellingen onder hen te verdelen. Volgens hen is uit onderzoek van de Joodse wees Philip Staal en uit een kort geleden verschenen boek van journaliste Elma Verhey gebleken dat er na de oorlog ’op een twijfelachtige manier is omgesprongen met de financiële belangen’ van oorlogswezen.
Staal verloor in juli een proces dat hij tegen JMW had aangespannen. Volgens hem heeft de toenmalige joodse voogdij-instelling het vermogen van zijn in Sobibor vermoorde ouders niet goed beheerd. Philip Staal en zijn broer Marcel zouden maar een fractie hebben ontvangen van het geld van hun ouders. Het JMW beriep zich onder meer op verjaring, een omstreden verweer in rechtszaken over oorlogstegoeden.
Probleem is dat de financiële dossiers van de joodse oorlogswezen in de jaren zeventig zijn vernietigd, onder onopgehelderde omstandigheden. Omdat Staal malversaties niet hard kon maken, verloor hij de zaak bij de rechtbank en in appèl bij het gerechtshof. Volgens Philip Staal heeft inmiddels een derde van de nog levende oorlogswezen de petitie aan het JMW ondertekend.
Het JMW bestrijdt dat er sprake zou zijn van onregelmatigheden. In een brief aan organisaties van Joodse wezen in Israël schreef JMW-voorzitter Harry van den Bergh vorige maand dat er geen sprake kan zijn van een collectieve uitkering aan oorlogswezen. Volgens directeur Hans Vuijsje van het JMW zullen alle wezen die om informatie hebben gevraagd of de petitie hebben getekend antwoord krijgen.
