Moengoman schreef:Veltro schreef:Wat denken jullie hierover?
Het is opmerkelijk dat de Belgen nog de moeite namen om een voorwendsel te zoeken. Na 1 september 1939 was de volgende redenering voldoende reden: de vrienden van mijn vijand zijn mijn vijanden. Het lijkt mij dat de Belgische regering in ballingschap na de Slag om Frankrijk een positie probeerde in te nemen ergens tussen Frankrijk en Nederland. De legale regering van Frankrijk zat in Vichy. Nogal wat Franse koloniën weigerden zich daarom aan te sluiten bij de geallieerden en de Britten hadden geen diplomatieke middelen om daar iets aan te doen. De legale regering van Nederland zat in Londen en zette de oorlog voort. Duitse krijgsgevangenen en ook alle Duitse burgers in Suriname werden op 10 mei vast gezet in een kamp en bleven dat vijf jaar lang.
De Belgen zaten met een staatshoofd in Brussel en een regering in Londen. Het is opmerkelijk dat Belgisch Congo nog zo lang buiten de strijd bleef. De Engelse regering had het waarschijnlijk te druk met de luchtoorlog en besteedde pas na een paar maanden aandacht aan de Belgische kolonie. De Engelsen stelden de Belgen voor de keuze, diplomatieker verwoord dan ik het nu doe: meedoen of vertrekken.
Ik vind volgende citaat van Congo gouverneur Pierre Ryckmans terug in "Het Guldenboek van de Belgische weerstand". Dit verklaarde hij op 18 mei 1940.
Dit schrijft het boek heel kort over de veldtocht:
"Iedereen kent de glorieuze en bliksemsnelle zegetocht door Abessynie; iedereen weet hoe, met drie bataillons en twee batterijen, gehinderd door hun uitrusting die op de rug moest worden gedragen, uitgeput door ontberingen, hun rangen gedund door talloze epidemieeen, voortdurend in gevechten gewikkeld in een ongezond land, de Belgische Koloniale troepen na dagen en nachten van onophoudende patrouilles, in enkele uren Saio omsingelden en veroverden, met zijn negen generalen en vijftienduizend manschappen van Gallo Sidamo. In Nigeria met zijn ruw klimaat vormden deze zelfde Belgische koloniale troepen, samen met die van West-Afrika, de vooruitgeschoven posten die met de wapens van de levensader verdedigden welke, aan de andere zijde van de Sahara, de West-Afrikaanse haven verbond met de Egyptische opslagplaatsen en de vliegvelden langsheen de Middellandse Zee."
"Hier zijn wij in Belgisch Congo, op dit uitgestrekt Belgische gebied dat de vijand niet geschonden heeft en ook nooit schenden zal. Belgie werd zwaar gewond, doch het blijft leven, overal waar zijn kleuren wapperen. Allen moeten wij, als één man ons rond dit vaandel scharen... De vrede werd niet getekend en zal dit ook niet zijn voor de bevrijding van het grondgebied. Met al onze krachten meer nog dan voorheen, moeten wij arbeiden om de dag der bevrijding nader te brengen. Alle hulpbronnen van de kolonie worden ten dienste gesteld van de geallieerden. In het midden-oosten, bewaakte ons dapper kleurlingenleger, gedurende maanden tientallen kilometers opslagplaatsen, oorlogshavens, stations, kaaien, gevangenenkampen. Wanneer zijn uitputtende en soms hallucineerde bewakingsdienst ten einde was, hernam de zwarte zijn opleiding tot de nieuwe oorlog, een intense opleiding, waarbij de menselijke natuur tot de uiterste grenzen van haar fysische kracht en nerveuze weerstand werd gedreven. Door deze aanwezigheid in het Midden-Oosten hebben wij reeds opgeleidde troepen in de mogelijkheid gesteld zonder tijdsverlies naar de vuurlinie op te rukken, en tegelijkertijd deed de buitengewone waakzaamheid van de zwarte soldaten met 90% het cijfers verminderen van de dagelijkse diefstallen, welke door plunderende Bedoeien, in de wapensopslagplaatsen werden gepleegd. De waarde van onze bewakingstroepen heeft niet alleen de nederlaag van Rommel verhaast, zij heeft een nog veel aanzienlijker belang gehad. Haar blijvende verwezenlijkingen bestaan niet enkel uit vliegvelden en gebouwen. Zelfs niet in het sportief voorbeeld dat uitgaat van die ongehoorde tocht van bijna 6000 km; waarbij 800 voertuigen bijna zonder een enkel verlies van Kano tot Kairo trokken, door streken waar voorheen nog nooit een vrachtwagen gereden had. Doch het is meer dan dat. Het is dit kostbare feit voor de toekomst: gedurende de glorierijke maanden van de verovering der Middellandse Zee vertegenwoordigers wij ginds, in de schoot der verenigde naties, het strijdende Belgie. Zouden wij hier stilzwijgend de bewonderenswaardige heldendaden kunnen voorbijgaan van het Militair Veldhospitaal dat, onder bevel van Kolonel Dokter Thomas, Congo eind 1940 verliet eerst naar Kenya en Italiaans Oost-Afrika gezonden werd, waar het deelnam aan de gevechten van Somali en Abyssynie, en vervolgens naar Madagascar met de tweede Oost-Afrikaanse divisie. Hoe zouden wij ons niet met diepe ontroering zijn merkwaardige prestaties herinneren in Birma, in de Chin Hills en in de vallei van de Chindwin, waar men er in slaagde de zeven en zestig voertuigen en driehonderd ton materieel nu eens over bergwegen, welke gedurende mousson met een gladde laag leem waren bedekt, dan weer over de sponsachtige bodem van het oerwoud leidde. "
Amai ik wist zelfs niet dat wij een eenheid in Birma hadden gehad maar kom. Sorry voor het taalgebruik maar het boek dateert uit 1948.