Nederlandse kepie en puttees

[Schillie]

Gisteren heb ik deze Nederlandse kepie en puttees uit de jaren 30 aangekocht (beiden vrijwel in nieuwstaat). De eigenaar was Hendrik Jan Eduard van Drecht (1916). Hij heeft op de SROI in Kampen gezeten in 1936-1937 en ik denk dat hij toen als vaandrig (1 gouden bies is toch o.a. vaandrig?) deze kepie heeft gekocht bij kleermaker Rudelsheim.

Van Drecht is als 2e luit van de infanterie op Java gevangen genomen en heeft ook nog gewerkt aan de Birma-spoorlijn. Hij was daar een maatje van de cabaretier Wim Kan en heeft de oorlog overleefd.

Mijn vragen:

- Ik dacht dat er in Java alleen maar door het KNIL werd gevochten maar zaten er in 1941-1942 ook militairen van het Nederlandse leger?

- Op label van de puttees staat SRI 55, wat zou dat kunnen betekenen?

Vast bedankt.

[Jan Eise Kuipers]

Wat een mooie set van windsels en kepie! De kepie lijkt mij inderdaad voor een adjudant/vaandrig gezien de enkele gouden bies i.c.m. de kokarde van gouddraad. Naar alle waarschijnlijkheid zijn zowel de puttees als de kepie tijdens de opleiding tot reserve officier aangeschaft en daarna in het veld doorgedragen. Dit zou kunnen verklaren waarom de kepie het cijfer 9, voor 9 R.I., draagt. Ik ben benieuwd of er iets bekend is over waar hij de meidagen van 1940 heeft doorgebracht aangezien verschillende onderdelen van het 9e regiment infanterie betrokken waren bij de verdediging van de randstad, waaronder Ypenburg.
https://www.mei1940.nl/Bevelstructuur/9-RI.htm

Ik kan u helaas niet helpen met de vraag over de wisselwerking tussen militaire dienst in Nederland en dienst in het KNIL aangezien hier mijn expertise niet ligt. Wie weet dat er andere leden zijn die dit wel kunnen, of dat museum Bronbeek u verder op weg kan helpen.